Het is leuk dat mensen ‘m kennen van zijn tv-programma’s en dierenplaatjes, maar dr. Freek Vonk is boven alles wetenschapper. Hij wil dat mensen beseffen dat hij niet zo maar iets doet, maar dat hij lang heeft gestudeerd en weet waar hij over praat. Zoals hij zelf zegt: ‘Beter dan wie dan ook.’

Tekst Fleur Baxmeier, fotografie Alek, visagie Aeoula Relouw, styling Julia Müller, retouche Marie

Het is een van de laatste nazomerse dagen. Een glanzende, zwarte Land Cruiser rijdt stapvoets langs het terras. “Mijn rijdende kantoor,” zal Freek Vonk even later grappen. Als hij in de auto zit, is hij voornamelijk aan het bellen. Aan files heeft hij – wie niet? – een uitgesproken hekel. Hij kan er niet tegen als zijn tijd wordt verspild. Dat heeft te maken met zijn gedrevenheid, denkt hij, omdat hij graag dingen voor elkaar wil krijgen. Op vuurrode sneakers (“Ik houd van felle kleuren”) komt hij even later aanlopen bij het terras van het Amsterdamse café Mads. “Gaan we híér zitten?” vraagt hij op licht verbaasde toon. Hij kijkt om zich heen en laat zijn blik vallen op het tafeltje dat het verst van alles en iedereen is verwijderd. “Zullen we daar gaan zitten? Niet iedereen hoeft alles te horen, vind ik.”

Het is een opmerking die kenmerkend lijkt te zijn voor de man die met z’n tv-programma’s (Freeks Wilde Wereld, De Super Freek Show), lezingen en liveshows het kind in heel Nederland weet los te maken. Elk onderwerp dat te maken heeft met zijn grote passie – natuur en alles wat daarbij hoort, maar dat mag geen nieuws zijn – wordt gretig, snel en luid besproken. Eén grote bonk positiviteit en enthousiasme – precies zoals we ‘m kennen van televisie. Gaat het over zijn persoonlijke leven, dan komt er een andere kant van hem tevoorschijn. Hij formuleert zijn woorden net iets nauwgezetter, wikt en weegt en last soms een korte denkpauze in: “Ik vind het prima om iets over Eva (Jinek, red.) te zeggen, maar ik weet nú al dat de media alles daarover uit z’n verband gaat trekken.”

Dat hij hoog in JFK’s Greatest Man Lijst is geëindigd, vindt hij ‘leuk’, maar het zegt hem verder niet zo veel. Brede lach: “Het is een beetje ongemakkelijk, omdat ik niet het idee heb dat ik een ‘great man’ ben. Als ik kijk naar de mensen die ik over de hele wereld heb gesproken – doctoren, artsen, wetenschappers – dan denk ik: dát zijn great man. Maar ik? Natuurlijk vind ik het fijn als mijn ego wordt gestreeld. Ik denk dat iedereen die op tv komt een zekere mate van ijdelheid kent, maar dat heeft niets te maken met de reden waarom ik doe wat ik doe. Dat komt voort uit mijn passie voor de natuur en mijn overtuiging dat we een nieuwe generatie natuurbeschermers moeten creëren. Ik vind het ook gewoon fijn om te praten over datgene wat ik leuk vind, dat heb ik al van jongs af aan.”

In interviews wil je dat er minstens één keer ‘dr.’ voor je naam staat. Waarom is dat? “Dat lijkt me duidelijk. Ik heb tien jaar gestudeerd, ammehoela. In de eerste plaats ben ik wetenschapper en pas ver daarna bioloog en televisiepresentator. Ik wil dat mensen beseffen dat ik niet zo maar iets doe, maar dat ik lang heb gestudeerd en weet waar ik over praat, beter dan wie dan ook…[blendlebutton] Daarom mag er in een interview wel één keertje ‘dr.’ staan, dank je.”

freek-vonk-jfk-02

‘Ik weet nu al dat alles wat ik over Eva zeg door de media uit z’n verband wordt getrokken’

Ben je bang dat mensen anders denken dat je ‘alleen maar’ een BN’er bent die toevallig veel van natuur weet? “Ik kan gelukkig op heel veel plekken laten zien dat ik een wetenschapper ben. Tijdens mijn shows in de Heineken Musical Hall in december, tijdens het DWDD-hoorcollege over evolutie op 9 december. In mijn tv-programma’s probeer ik ook elke keer iets van mijn onderzoek te verwerken. Uiteindelijk is dat het allerbelangrijkste, want vanuit mijn wetenschappelijke werk ben ik televisie gaan doen en niet andersom. Ik wil de passie voor de natuur aanwakkeren bij kinderen en volwassenen. Natuurbescherming begint bij de mentaliteit om de natuur te willen beschermen, maar dan moet die mentaliteit er wel zijn. Mensen moeten denken: wow, we moeten iets doen, anders sterft de neushoorn uit! Om ze zo ver te krijgen, moet je ze informeren en inspireren.”

Je bekende Nederlanderschap is dus eigenlijk een handige tool om veel mensen te bereiken. “Nee joh, ik heb nooit gedacht: als ik bekend word, dan kan ik veel mensen bereiken. Dat heeft me nooit geen ene fuck geïnteresseerd. Filmpremières, galafeestjes – verschrikkelijk. Dat is allemaal niets voor mij. Als het morgen over is, dan ga ik met net zo veel plezier elke dag rondhangen in het laboratorium en houd ik me alleen nog maar bezig onderzoek.”

Zou je weer een anoniem gezicht willen zijn dat opgaat in de massa? Verbaasd: “Nee, waarom zou ik? Ik heb er geen last van. Zeker niet. Ik vind het juist leuk dat mensen massaal op me afkomen. Als ik boodschappen wil doen bij Albert Heijn, dan ga ik bij wijze van spreken een half uur eerder van huis omdat ik weet dat hele hordes kinderen met me op de foto willen. Ik zeg nooit ‘nee’ en omarm ze net zo veel als zij mij omarmen. Simpelweg omdat zij de reden zijn dat ik de hele wereld over reis en op al die bijzondere plekken kom.”

Verbaast het je nog weleens dat alles wat je aanraakt in goud lijkt te veranderen? “Er zijn heus wel dingen mislukt. Ik heb veel publicaties opgestuurd die nooit zijn gepubliceerd, een heleboel onderzoeksprojecten zijn niet van de grond gekomen. Dat hoort er allemaal bij. Mijn grootste kracht is dat ik mijn schouders ophaal en denk: soit. Ik slaap er geen seconde minder om, want ik weet dat er uiteindelijk wel weer een succes komt. Als dat gebeurt, dan voelt dat heel fijn.”

Waar slaap je wel slecht van? “Koffie. Ik moet ’s avonds geen koffie drinken. Als ik laat ben thuisgekomen en de volgende ochtend vroeg op moet, slaap ik ook slecht. Ik heb na een lange werkdag tijd nodig om te landen. Dan wil ik nadenken over spannende nieuwe dingen die ik wil gaan doen, projecten die ik wil gaan opstarten. Binnen de wetenschap zijn er heel veel vraagstukken die ik nog wil beantwoorden, maar ik zou ook graag naar de Falklandeilanden willen om de tienduizenden pinguïns daar te filmen.”

Maar je piekert dus nooit. “Nee. Tijdens mijn studiejaren en promotie gebeurde dat nog weleens, maar je wordt ouder hè. Dat helpt, maar het zit ook gewoon niet in me om te piekeren. Als kind was ik al druk, vrolijk en gedreven. Altijd iets om handen en in de weer.”

Je had in je jeugd tientallen slangen. Maakte dat je populair of werd je gezien als een weirdo? “Dat is moeilijk om over jezelf te zeggen. Ik denk dat ik naast een dierenmens ook een mensenmens was. En dat ben ik nog steeds. Ik vind het heerlijk om een maand in de jungle te vertoeven, maar ik vind het ook gezellig om met mijn vrienden uit te gaan. Daarbij moet ik wel zeggen dat ik in de wildernis – of dat nu de jungle of de savanne is – het beste tot rust kom. Mijn telefoon doet het daar meestal niet, dus alles uit het dagelijkse leven verdwijnt naar de achtergrond. Dat voelt heel puur.”

Zou je op een mooie gepensioneerde dag fulltime into the wild willen leven? “Nee. Daarvoor houd ik te veel van mensen. Ik wil het graag afwisselen. Mijn appartement in Scheveningen is daar een goed voorbeeld van. Ik woon op de negende verdieping en kijk uit op de zee en de duinen, waar ik vossen en reeën zie rondlopen. Draai ik mezelf om, dan zit ik op de boulevard tussen de mensen. Voor mij is dat het beste van twee werelden.”

Komt er in dat appartement weleens vrouwelijk gezelschap langs? “Ik ben lekker vrijgezel. Ik ben zo veel weg, joh. Het is fijn om alleen te zijn. Als ik zes of zeven maanden onderweg ben geweest, dan vind ik het hartstikke fijn om in mijn eentje thuis te komen. Ik mis niks en heb een leuk en sociaal leven. Aan de andere kant laat de liefde zich niet leiden. Als ik iemand tegenkom voor wie ik val, dan gebeurt dat. Daar heb ik niks over te zeggen.”

Je was lange tijd samen met Eva Jinek. Heb je nog veel contact met haar? “Ik heb nog heel goed contact met haar. Ze is een geweldige vrouw en ze zal op een bepaalde manier altijd belangrijk voor me blijven. Ik vind het fijn en stoer dat wij elkaar nog steeds zo vaak spreken, terwijl we niet meer bij elkaar zijn.”

De officiële verklaring voor jullie breuk was tijdgebrek. Is het moeilijk om een relatie met jou te hebben? “Ja, dat denk ik wel. Het grootste probleem is dat vele reizen. Een vriendin heeft maar een paar maanden per jaar iets aan me, haha. Als ik in het buitenland zit, kan ik ook vaak niet bellen. Er is geen bereik of we zijn te druk. Ik heb wel een satelliettelefoon bij me, maar die is vooral bedoeld om mijn ouders af en toe gerust te stellen: ‘Hoi mam, alles goed hier, ik leef nog.’ Daar ga je geen uur mee bellen. Daar komt bij dat ik mijn werk ontzettend leuk vind, dus als ik eens thuis ben, dan spendeer ik daar ook heel veel tijd aan: mijn wetenschappelijke onderzoek, de tv-programma’s die ik maak, de HMH-shows. Ik zie daar niet heel snel verandering in komen.”

Doet het je iets als er kritiek op je wordt geuit, zoals Maarten van Rossem die De Super Freek Show afdeed als ‘infantiele opwinding’? Lacht hard: “Oh ja, dat. Ik vond het ontzettend grappig. Voor dat soort kritiek ben ik totaal ongevoelig. Daarmee wil ik niet zeggen dat ik ongevoelig ben voor kritiek: ik luister ernaar, ik lees het en als ik denk dat iemand een punt heeft, dan doe ik er iets mee.”

freek-vonk-jfk-01

‘Ik spring niet voor mijn lol bovenop een nijlpaard om te laten zien: kijk eens, wat ik kan!’

Volgens Van Rossem is de ‘natuur geen kermis’: ‘Besteed er aandacht aan op een volwassen, rustige manier.’ Heeft hij een punt? “Die man heeft geen idee wat ik doe. Ik heb in de afgelopen jaren gifslangen gevangen om gif af te nemen voor mijn onderzoeken, ik heb neushoorns verdoofd om hun hoorns af te zagen zodat ze niet gestroopt zouden worden, ik heb vogelbekdieren gevangen voor populatieonderzoek. Alles, echt alles wat ik doe heeft te maken met het beschermen van de dieren. Daarvoor moeten we ze soms vangen en dat filmen we, maar ik spring niet voor mijn lol bovenop een nijlpaard om te laten zien: kijk eens, wat ik kan! Dat heeft er niets mee te maken. Ik zie de dieren ook veel liever zonder dat ik ze vang. Het liefste zou ik op de grond liggen terwijl er een slang voorbij kruipt en vertellen wat ik zie, maar dat gaat niet. Zodra je op een reptiel afkomt, is ‘ie weg. En ik wil die mooie dieren graag laten zien aan mijn kijkertjes. Denk je dat het voor zo’n dier dat onder de littekens zit omdat ‘ie aanvaringen heeft gehad met allerlei roofdieren traumatisch is als ik ‘m voorzichtig oppak en heel even laat zien voor de camera? Kom op, dat maakt helemaal niets uit.”

Is geld een drijfveer bij wat je wel of juist niet doet? “Nee. Geld interesseert me helemaal niets.”

Je moet inmiddels behoorlijk wat hebben verdiend. Wat doe je met dat geld? “Wat doe jij met je geld? Eten, drinken, leven. Ik heb een stichting opgericht waar ik veel geld aan heb gedoneerd: No Wildlife Crime (NWC). Tijdens de opnames van Freek Tegen de Stropers heb ik veel bevlogen mensen leren kennen die alles doen wat ze kunnen om bedreigde wilde dieren, zoals de neushoorn, te beschermen tegen stroperij. No Wildlife Crime ondersteunt deze mensen door bijvoorbeeld satellietontvangers of nieuwe drinkbakken voor de neushoornopvang te kopen. Binnenkort starten we een grote campagne om donaties te vragen.”

Hecht je geen waarde aan designspullen of dure kleding? “Nee, totaal niet. Ik heb allerlei meubels van Ikea in mijn huis staan. Dat vind ik prima. Wat ik wel leuk vind, is antiek: ik heb een antiek bureau, een antieke bureaulamp, antieke boekenkasten. Het geinige aan zo’n antiek bureau is dat er hier en daar inktvlekjes zitten van mensen die 130 jaar geleden inkt hebben gemorst. Dat vind ik mooi, die sporen van het verleden.”

Je hebt ook een behoorlijke auto onder je kont. “Een Toyota Land Cruiser is het enige model waarin ik rijd, omdat het de sterkste auto ter wereld is. Ik ben in Namibië geweest, waar je overal autowrakken tegenkomt. Dat zijn altijd Land Rovers en nooit Land Cruisers. Land Cruisers gaan gewoon door. Het is mijn favoriete auto en dat zal het altijd blijven. Af en toe rijd ik er ook in Nederland off-road mee, om mijn kennis en kunde op peil te houden. Tijdens mijn reizen kom ik soms in de gekste situaties terecht; het is handig als je weet hoe je op zo’n moment moet handelen.”

Ben je een goede chauffeur? “Ik denk het wel.”

Vinden de mensen die met je meerijden dat ook? Lachend: “Die vinden dat ik wat onrustig rijd. Ik trek meestal iets te hard op en rem wat te vaak, maar ik rijd wel netjes en nooit te hard. Ik ben geen snelheidsmaniak – een Porsche of Ferrari zou ik nooit willen hebben. Leuk om naar te kijken of om een keertje in te rijden, maar het zijn niet mijn type auto’s. Ik houd niet van snelheid, ik houd van kracht. De auto waarin ik rijd moet ergens doorheen kunnen zonder dat ‘ie vast komt te zitten. Een Land Cruiser zit ook weleens vast, maar hij gaat nooit kapot. Zo’n auto heb ik nodig, want ik rijd vaak urenlang over wegen waar ik geen bereik heb en niemand ooit langskomt.”

Verkies jij zekerheid boven onzekerheid? “Niet per se, maar wel als het op leven en dood aankomt. En daar hebben we het hier over. Maar niets is ooit honderd procent zeker. Al helemaal niet als het gaat om de wildernis en gevaarlijke dieren. Ik probeer de risico’s te minimaliseren, voor mij en de mensen met wie ik werk, maar het gaat vaak genoeg mis. Ik ben twee keer gebeten door gifslangen, ik ben aangevallen door nijlpaarden, ik ben te grazen genomen door een haai. Dat hoort erbij, maar ik probeer wel altijd zo voorzichtig mogelijk te zijn. Dat is ook wat mijn ouders me altijd op het hart drukken: ‘Wees voorzichtig, Freek.’ En dat ben ik ook.”

Zie jij jezelf inmiddels als je eigen merk: Freek Vonk BV? “Nee. Het zou ook heel raar zijn om dat van mezelf te vinden. Ik doe gewoon wat ik doe en ik doe wat ik leuk vind. That’s it.”[/blendlebutton]

 

Advertentie

Reacties

Geef een reactie

(verplicht)

Meer

Meer van JFK

Advertentie