JFK interviewt Tim Talma. Tim is golfer, maar deed in z’n jeugd ook aan andere sporten. Hij vertelt over zijn jeugd, opleiding en meer. Lees!

Golfbaan
“Al van jongs af aan ben ik veel met sport bezig. Vroeger zat ik op voetbal, judo en tennis. Dat liep allemaal een beetje door elkaar. Toen er op een dag een golfbaan bij ons in het dorp kwam, werd mijn vader lid. Hij had net als ik nog nooit eerder gegolfd, maar het leek hem leuk. Ik ging uit nieuwsgierigheid een keer mee om een paar ballen slaan.

In het begin vond ik er niet zo veel aan. Ik was 11 en er waren weinig leeftijdgenootjes. Je kunt je voorstellen dat dat best saai is. Na een paar keer proberen begon ik het zo leuk te vinden dat ik na een half jaar stopte met alle andere sporten. Nog weer drie jaar later zat ik bij de Nederlandse selectie.”

Topsportklas
“In mijn tienerjaren zat ik in een totaal andere wereld dan mijn leeftijdsgenootjes. Zij waren met hele andere dingen bezig dan ik. Ik had alleen maar tijd voor golf. Daarom ging ik na de basisschool naar een speciale topsportklas in Tilburg. In die klas zat iedereen in hetzelfde schuitje als ik. Daar kreeg ik de ruimte om te studeren, maar ook om te golfen op hoog niveau.

Mijn vervolgopleiding stond ook in het teken van sport. Ik ging naar het Johan Cruyff College in Nijmegen om sportmarketing en evenementenorganisatie te studeren. Daar zat ik bij Olympische en wereldkampioenen van verschillende sporten in de klas. Voor feesten had ik helemaal geen tijd: het was golfen, school, golfen en weer school.”

Zesjesmentaliteit
“Ik heb altijd ontzettend veel respect gehad voor mensen die bezig zijn met dingen die ze leuk vinden en daar ook echt goed in zijn. Er is niets mooiers dan gedreven met je vak bezig zijn en er alles uithalen wat er te halen valt. Ik heb een hekel aan mensen met een zesjesmentaliteit. Toegeven: op de middelbare school had ik daar ook een handje van.

Achteraf vind ik dat zonde. Had ik toen maar beter mijn best gedaan. In mijn vak merk ik wel dat je het maximale er uit moet halen, ook om het leuk te houden. Gelukkig gaat me dat wel goed af.”

Eenzaam
“Anders dan bij bijvoorbeeld voetbal heb je bij golf geen team achter je. In het veld sta je er helemaal alleen voor en dat is vaak erg eenzaam. Om die reden ben ik uit de Nederlandse selectie gestapt. Dat ik nooit ben doorgebroken als speler, maar wel als trainer lag ook aan een paar foute keuzes.

Ik had de verkeerde coach gekozen op het verkeerde moment. Ik bleef te lang hangen bij die trainer, terwijl ik allang toe was aan een volgende stap in mijn carrière. Het plezier ontbrak ook en dat was ik beu. Zelf werken als coach is vaak veel leuker omdat je veel meer sociaal contact hebt.”

Gezelligheid
“Mensen worden er echt vrolijk van als ze door mijn aanwijzingen beter worden in golfen. Lesgeven voelt niet als werk. Ik ben altijd met mensen bezig en dat is ontzettend leuk. Elke dag denk ik: yes, daar gaan we weer. Het zien van progressie bij leerlingen is het leukste dat er is. Ik hoop over anderhalf jaar golfleraar in de hoogste divisie te zijn. Daar ben ik hard voor aan het leren. In de zomer wil ik nog wel wedstrijden spelen, bijvoorbeeld op het KLM Open. Maar dat staat nu op een laag pitje: ik focus me nu even meer op lesgeven.”

Dikke buiken
“Vroeger was golf echt een sport voor oude mannetjes met dikke buiken. Je kent het beeld wel van zo’n caddie die bejaarde mannen rondrijdt in een golfkarretje. Dat is nu wel anders. Wij lopen op een baan achttien holes. Moet je nagaan, dat is stiekem zeker een kilometer of twaalf en om dat te doen heb je wel een goede conditie nodig. Toen ik nog fanatiek golfde stond ik daarom zo’n vier of vijf keer per week in de sportschool. Niet alleen om een goede conditie op te bouwen, maar ook om meer kracht te krijgen. Dat heb je wel nodig, voor een lange afstandsslag.”

Advertentie

Reacties

Meer
Advertentie