Hoe goed is zo’n Mini JCW Electric nu echt?

Sinds jaar en dag kun je bij Mini terecht voor kleine rappe rakkertjes. Bij de nieuwste lichting met het heftige John Cooper Works-label vinden we ook twee elektrische modellen, van de gewone Cooper en de Aceman. We testen de JCW Electric en JCW Aceman in hun natuurlijke habitat: afgebrokkelde Britse achterafweggetjes.

Dat elektrische auto’s echt rijplezier kunnen leveren buiten simpelweg heel hard accelereren, wordt de laatste tijd gelukkig steeds duidelijker. In de compacte categorie is er op dat vlak nog niet heel veel keus. Maar Mini staat op het punt om daar verandering in te brengen.

Met de JCW Electric en de JCW Aceman bieden ze in één klap een hatchback en een kleine crossover aan die hun neus ophalen voor benzine en toch het hart van de autoliefhebber op hol proberen te brengen. Tussen de voorwielen ligt een elektromotor met 258 pk, goed voor een 0-naar-100-tijd van 5,9 seconden voor de hatchback en 6,4 voor de Aceman. De topsnelheid van beide modellen is 200 km/u.

Lees ook: Vanaf 1 juli mogen deze auto’s de binnenstad niet meer in

De interieurtjes van de JCW Electric en Aceman zijn fraai

Mini is de laatste tijd lekker bezig qua interieurdesign, en dat zien we ook hier. Een fraai vormgegeven rond scherm, toffe JCW-accenten en een knop voor verschillende Experience Modes. Die gaat natuurlijk meteen op Go-Kart, wat zorgt voor knetterend (gesimuleerd) ‘motorgeluid’ en een scherpe respons.

De hatchback is op deze barre wegen wel erg stuiterig; de Aceman heeft hierin juist een fijne balans te pakken. Beide auto’s zijn voelbaar bedoeld om je een zo groot mogelijke grijns te bezorgen – we zijn niet anders van Mini gewend. De prijzen van de JCW Electric beginnen bij 43.990 euro; de JCW Aceman is er vanaf 46.990 euro.

De bruutste gezinsbak van Nederland staat te koop (van bekende dj)