Het nieuwste seizoen van Wie is de Mol? beleefde afgelopen weekend zijn ontknoping. Zowel Rosario Mussendijk als Fons Hendriks bleken op het goede spoor te zitten: Anna Gimbrère was dit seizoen de Mol. Hoe goed deed ze het? We blikken terug op de succesvolste Mollen uit Wie is de Mol?.
Je bent als Mol succesvol als je veel geld uit de pot weet te spelen. Ieder jaar weer probeert de Mol om opdrachten te saboteren, geld te verduisteren en op andere slinkse wijze de pot een zo negatief mogelijk saldo te geven. Dat alles zonder te worden ontmaskerd, uiteraard.
De succesvolste Mollen uit Wie is de Mol? tot nu toe
We zetten graag de succesvolste Mollen voor je onder elkaar. Om in één oogopslag te zien of de huidige Mol, Anna Gimbrère, het een beetje goed heeft gedaan. Achter de naam van de Mol vind je het jaartal waarin hij of zij de Mol was en het bedrag dat uiteindelijk overbleef voor de pot. We kunnen je vast één ding verklappen: het verschil tussen de sterkste en zwakste Mol is enorm.
1. Everon Jackson Hooi (2022): € 8.065
2. Anna Gimbrère (2024): € 8.585
3. Renée Fokker (2021): € 9.675
4. Merel Westrik (2019): € 10.150
5. Margriet van der Linden (2015): € 10.500
6. Jeroen Kijk in de Vegte (2020, jubileumseizoen): €12.580
7. Anne-Marie Jung (2012): € 12.601
8. Klaas van Kruistum (2016): € 13.020
9. Rob Dekay (2020): € 13.400
10. Susan Visser (2014): € 16.700
11. Kees Tol (2013): € 17.120
12. Inge Ipenburg (2007): € 17.300
13. Jan Versteegh (2018): € 17.750
14. Patrick Stoof (2011): € 19.540
15. Dennis Weening (2008): € 20.375
16. Kim Pieters (2010): € 21.950
17. Jon van Eerd (2009): € 22.650
18. Yvon Yaspers (2005): € 23.000
19. Thomas Cammaert (2017): € 24.320
20. Milouska Meulens (2006): € 24.475
Succesvolste Mollen die geen BN’er zijn
Iedere fervente kijker van Wie is de Mol? weet dat het programma ooit begon zonder ook maar één BN’er als kandidaat. De eerste vier seizoenen werden gespeeld door ‘gewone’ mensen. En ook toen werden er redelijke successen geboekt en werd er veel geld uit de pot gehouden. Een overzicht.
1. Nico (2001): ƒ 70.000
2. Elise (2003): € 35.550
3. Deborah (1999): ƒ 82.500
4. George (2002): € 42.300
Voor de heel jonge lezers: bij twee bedragen staat er inderdaad geen euroteken maar een gekke ‘f’. In die tijd bestond de euro nog niet, en betaalden we met guldens. De ‘f’ in dit teken staat voor ‘gouden florijn’, de munteenheid waarop de Nederlandse gulden is gebaseerd.
Reacties