5 tekenen dat je burgerlijk wordt (na je 30e)

De katers worden erger, voor je idee sta je in de kroeg tussen de 14-jarigen (maar in werkelijkheid ben jij de oude bok), en waarom heb je ineens zoveel last van je nek en schouders? Je bent waarschijnlijk de 30 gepasseerd en beetje bij beetje sluipt de burgerlijkheid je bestaan in. Dit zijn vijf tekenen dat je een burgerlul aan het worden bent. Oh, en maak je vooral geen zorgen: het burgerleven is het goede leven – scheelt je weer koppijn op zondagochtend.

1. Je wordt blij van huishoudelijke apparatuur

Je droomt van een steelstofzuiger van Dyson, kan niet wachten tot je nieuwe dweil met ingebouwd reservoir binnenkomt en hoopt volgend jaar iets van Kärcher te kopen. Dat had je vijf jaar geleden niet gedacht, of wel? Deze stap in je burgerlijke bestaan is compleet wanneer dergelijke huishoudelijke apparaten op je verlanglijstje voor je verjaardag verschijnen. Dit is waar je nu echt gelukkig van wordt.

2. Je planten blijven leven, en je bent er trots op

Niet alleen zijn planten geen wegwerpvoorwerpen meer, je voelt gepaste trots wanneer er een extra blad aan de stam verschijnt. Je fantaseert over stekken om zo van één plant twee planten te maken. Misschien kun je wel ruilen met een van je vrienden, bijna twintig jaar (TWINTIG JAAR) geleden deed je immers niets anders met Pokémonkaarten. Let wel: planten zijn een gevaarlijk iets. Rem jezelf af, want voor je het weet staat je huis vol.

3. De gespreksstof is burgerlijk geworden

Waar ging het vroeger over toen je een koude rakker opentrok? Welke misstap je vorige week was begaan tijdens een stapavond? Dat je geen zin had om te werken? De kans is groot dat er tegenwoordig bewust of onbewust ook huishoudelijke tips worden uitgewisseld. Misschien als iemand iets morst, dat je het niet kunt laten om te zeggen dat je moet deppen met het natte doekje, en niet wrijven. Of misschien kun je gewoon niet wachten om te delen dat je tegenwoordig je ramen doet met azijn, en dat je nu geen strepen meer hebt.

4. Geen klus te groot

Gewapend met je boormachine (geef toe: hoe blij was je toen je hem kocht?) hang jij alles aan de muur. Lamp stuk? Draai jij je hand niet voor om. Of juist wel, eigenlijk. Geen manco is veilig voor jouw klusvaardigheid, die tijdens de coronatijd ook nog eens naar een hoger niveau is getild.

5. Je herkent dingen van je ouders

Dit is misschien de meest confronterende. Dingen die je vroeger vreselijk vond om te horen van je ouders, doe je nu zelfstandig. Bijvoorbeeld ‘potverdorie die deur achter je kont dichtdoen’, ‘lampen uitzetten als ze voor niets branden’ of zoiets simpels als gewoon je jas ophangen, in plaats van hem over de stoel in de woonkamer gooien. Het ergste is het als je jezelf erop betrapt dat je een van deze dingen van iemand anders vraagt. Ja, je bent burgerlijk. En zo gek waren ze nog niet, die ouders van je.