Van de Bowmore ARC-52 zijn maar honderd flessen uitgebracht. Lees: de drank is schaars, héél schaars. En dus extreem aan de prijs. De kans dat je er een slokje van kunt nemen? Die komt waarschijnlijk nooit voorbij. Dat dacht JFK’s hoofdredacteur Jeroen Jansen ook. En toen kwam er een pipetje ten tonele…
Een exclusieve single malt whisky onthullen die zijn dagen slijt in een fles ontworpen door Aston Martin, doe je in stijl. Bowmore nodigde onlangs een select gezelschap uit om kennis te maken met de Bowmore ARC-52: een 52 jaar oude whisky, gerijpt een Europees eikenhouten vat en op vat van Amerikaans eikenhout.
Ritueel uitpakken
In plaats van meteen te worden geconfronteerd met het dure amberkleurige goedje in hypermoderne fles – met magnetische sluiting! – stuit ik op een hermetisch afgesloten flightcase. Het openen ervan blijkt van rituele proporties, dat je niet in je eentje kunt doen. Waar het in het kort op neer komt: flightcase ontgrendelen, deksel eraf, doos eruit, doos ontgrendelen, doos openschuiven, klein dekseltje van doos halen, fles eruit.
Dit bericht op Instagram bekijken
Als de Bowmore ARC-52 eenmaal bovenop zijn doos staat te shinen, klinkt er applaus. Het blijkt de enige fles te zijn die naar Nederland komt. Hij is te koop. Geïnteresseerden kunnen zich inschrijven en wie wordt ingeloot, mag 80.000 euro betalen voor het unieke drankje.
Nu weet ik niet alles van exclusieve whisky’s, maar ik weet wel dat het openen van de fles geen gunstig effect heeft op de waarde. En dus ga ik er automatisch vanuit dat proeven van deze fles er niet bij is, en het bij kijken blijft. Maar dan tovert Bowmore-ambassadeur Lewis een klein flesje tevoorschijn. En een pipet.
Hoe smaakt Bowmore ARC-52?
Terwijl Lewis – een alleraardigste jonge Schot met een onfeilbare kennis over whisky – een paar druppels Bowmore ARC-52 in mijn glas druppelt, sommeert hij me een blinddoek om te doen. Want, zo meent hij, dan schakel je één zintuig uit en worden je andere zintuigen versterkt. Voor ik het weet sta ik geblinddoekt te ruiken aan een glas met daarin een piepklein beetje 52 jaar oude Bowmore.
Ik ruik in eerste instantie vooral alcohol. Maar als ik een tweede en daarna ook derde keer ruik, heb ik het idee dat het allemaal wat fruitiger aandoet. Na het ruiken komt het proeven. En ook daar is het niet de eerste nip die smaken openbaart. Het is moeilijk om de precieze elementen los van elkaar aan te wijzen, maar ik weet wel dat ik ‘m bijzonder zacht vind. En dat ook hier het fruitige duidelijk naar voren komt.
Complexe single malt
Later lees ik van alles over exotisch fruit, praline, vanille, perzik, peer, mandarijn, druiven en zelfs hazelnoten, tabaksbladeren en een boterachtig karakter. Ofwel, een complexe single malt. De absolute kenner zal het allemaal zijn tegengekomen. Aan het gezicht van Lewis – die deze Bowmore vandaag ook voor het eerst proeft – zie ik dat hij een echte kenner is.
En ik? Ik heb best wat verschillende whisky’s gedronken in mijn leven, maar onderscheiden waarom deze qua smaak 80.000 euro zou kosten en waard zou zijn, vind ik lastig. Ik vind de whisky vooral erg lekker, waarop Lewis mijn glas nog eens bijschuimt met een tweede pipet. Dat het proces achter de whisky – namelijk dat hij járen in alle rust heeft kunnen rijpen, met de grootst mogelijke zorg is geconserveerd, dat er een beperkte hoeveelheid van is én dat ‘ie in een mooie fles zit – behoorlijk bijdraagt aan de waarde, staat natuurlijk als een paal boven water.
Als het kleine flesje Bowmore ARC-52 weer wordt opgeborgen, vraag ik hem wat daarmee gebeurt. Hij vertelt me dat die veilig een kluis ingaat. En hij benadrukt nog eens dat het echt heel bijzonder is dat we hebben kunnen proeven. Die grote jongen mag namelijk 80.000 euro kosten, het kleine flesje is 24.000 euro waard.
Reacties