Voor zijn nieuwste tv-programma ging Danny Ghosen terug naar het land waar het voor hem allemaal begon: Libanon. Sinds hij er 26 jaar geleden met zijn ouders en zusjes vandaan vluchtte, hield hij altijd de hoop dat hij er ooit zou kunnen terugkeren.

Wat is het belangrijkste inzicht dat deze laatste reis opleverde?

‘Dat ik me er bij neer moet leggen dat mijn leven in Nederland is. Ik moet niet langer de illusie hebben dat ik ooit ga terugkeren. Het zijn leuke herinneringen die ik heb aan mijn jeugd, maar het is een leven dat nooit meer zal terugkeren. De hoop dat ik die emoties of mooie gevoelens in Libanon opnieuw zal beleven, is een grote illusie.’

Koesterde je die hoop na al die jaren nog steeds?

‘Ja, die hoop had ik nog wel. Elke keer dat ik terug ben gegaan naar Libanon hoopte ik op een bepaald gevoel. Dat ik iets van het geluk dat ik als kind had zou kunnen terugvoelen, al was het maar voor dat ene moment. Maar dat kwam maar niet. Dat heeft met een heleboel factoren te maken. Ik ben veranderd en gewend aan het leven in Nederland, dat vele malen rustiger, georganiseerder en verantwoordelijker is dan in Libanon. Tegelijkertijd daalt Libanon af, zo blijkt ook uit de vele gesprekken die ik heb gevoerd met de mensen daar. Ik sprak een taxichauffeur die zei: ‘De beschaving die wij hadden, is ver te zoeken.’ Er is frustratie, haat, onbegrip naar elkaar toe, rijken die alsmaar rijker worden, armen die armer zijn geworden, een verdwijnende middenklasse. Als je naar het grote plaatje kijkt, dan is het een en al ellende. Ook de crisis die er nu speelt, waardoor mensen geen geld hebben om hun kinderen naar scholen te brengen of zich te laten opnemen in een ziekenhuis bij ziekte. Het doet ontzettend veel pijn om dat te moeten zien.’

Danny Ghosen

Waardeer je Nederland daardoor meer?

‘Dat deed ik al. We waren in m’n jeugd niet straatarm, maar ook zeker niet rijk. Ik weet hoe het is om kleding te delen of met z’n allen op een kleine kamer te slapen. Je hoeft mij niet naar Syrië of Irak te sturen om me te laten beseffen dat ik het hier goed heb. Dat weet ik allang, maar soms verval je toch in geklaag. Dan denk ik: ik moet een nieuwe telefoon of een nieuw shirt hebben, want deze is al anderhalf jaar uit. Als ik dan in Libanon zie hoe slecht ze het daar hebben, denk ik: shut the fuck up, waar héb je het over?’

Hoe was jij als kind?

‘Stout. Een ADHD-type dat altijd in de problemen kwam. Anders dan in Nederland heb je in Libanon geen speeltuinen met schommels of klimrekken. Je speelt gewoon buiten op straat met heel veel kinderen. Dat liep regelmatig uit de hand: vechtpartijtjes stenen gooien als je elkaar stom vond. Dat was niet goed, maar het gebeurde wel. Als de ouders van die kinderen bij mijn vader kwamen klagen, kreeg ik tikken of ik werd opgesloten in de wc met het licht uit. Het idee daarachter was dat je bang werd, zodat je het niet meer zou doen. Op school kreeg je ook klappen of moest je tegen de muur staan als je iets verkeerd had gedaan. Er werd nooit uitgezocht waarom ik ongehoorzaam of recalcitrant was. Het was straffen en klaar.’

Wat was volgens jou de reden dat je je misdroeg?

‘Dat moet een gevolg van de oorlog zijn geweest. De onrust, de ellende die je ziet. Toen ik afgelopen week in Libanon rondliep, zag ik gebouwen die nog steeds kapot waren van de bombardementen uit m’n jeugd. Dan komt dat enge gevoel van toen weer helemaal terug. Ik word er down en depressief van, omdat ik denk: mijn god, wat hebben we hier als kinderen allemaal meegemaakt? Elke keer dat ik terugkom in een oorlogsland, begrijp ik mezelf beter. Ik snap waarom ik zo onhandelbaar was en waarom ik bepaalde trekjes vertoonde. Dat was natuurlijk door de oorlogstrauma’s die ik had opgelopen. Het heeft ook jaren geduurd voordat ik in Nederland echt tot rust kwam. De eerste tijd was ik alleen maar aan het detoxen en verwerken.’
Danny Ghosen

Wilde je als puber überhaupt in Nederland zijn?

‘Tegenwoordig is het makkelijk om te verhuizen. Je hebt Facebook en WhatsApp waardoor je met elkaar in contact kunt blijven. In de tijd dat wij uit Libanon vertrokken, werden de banden met familie en vrienden abrupt verbroken. Ik sprak ze twee weken niet, een maand, twee maanden. Dat duurde en duurde maar. Ik werd er verdrietig van en begreep het niet. Dat was een moeilijke periode. Ik wilde niet in Nederland zijn, ik wilde de taal niet leren. De Libanese cultuur is heel gesloten, dus mijn ouders gingen ook niet even met mij zitten om te vragen: wat is er met je aan de hand? Ze hadden natuurlijk ook veel andere shit aan hun hoofd. Ze moesten een leven opbouwen in Nederland, hun aandacht verdelen over zes kinderen. Ik neem ze in die zin niets kwalijk, maar het is voor mij niet makkelijk geweest om hier te aarden.’

Je hebt het aanbod opleidingen wel uitgebreid onderzocht.

‘Ik wist niet wat ik leuk vond en niemand hielp me om dat uit te zoeken. Misschien had ik aan de bel moeten trekken: kan iemand me helpen? In plaats daarvan heb ik gewoon studie na studie gevolgd. LTS schilderen, MBO meubelmaken, automonteur, welzijn, kunst en cultuur, sociaal cultureel werken er als laatste vier jaar hbo journalistiek.’

Wist je bij journalistiek meteen: hier wil ik mee verder?

‘Ja, want voor het eerst voelde ik me niet nutteloos. Vanaf het begin heb ik me op televisie gericht, omdat ik wist dat mijn Nederlands niet goed genoeg was, zeker niet schrijvend. Camjo vond ik leuk, monteren vond ik superleuk. Elke avond zat ik tot laat in de edit. Eindelijk had ik iets gevonden waar ik echt plezier in had. M’n droom was om Midden-Oostencorrespondent te worden. Dat leek mij logisch, ik spreek de taal, ik weet wat er speelt in de Arabische wereld. Dat is voor een buitenstaander toch ingewikkelder.’

Danny Ghosen

Na je studie werd je vrijwel meteen ingelijfd door PowNed. Hoe kijk je daarop terug?

‘Toen ik ervoor werd gevraagd, was ik vier of vijf maanden in dienst bij MTNL, een kleine omroep die multiculturele onderwerpen belicht. Ik werd daar heel klein gehouden door een paar figuurtjes die vonden dat ze het hadden uitgevonden. Was je het niet met ze eens, dan kreeg je op je donder. Je moest gewoon je mond houden, wat ik soms lastig vond. Ik wilde daar zo graag weg en voelde me zo ongelukkig dat ik vrijwel meteen ‘ja’ heb gezegd toen PowNed me vroeg, zonder me erin te verdiepen wat het eigenlijk was. Ik kijk op m’n tijd bij PowNed terug als een leuke periode, waarin ik heel veel heb geleerd.’

Inmiddels zit je bij de NTR, waar je verschillende programma’s hebt gemaakt die focusten op de Arabische wereld. Is dat een bewuste keuze geweest?

‘Ja, want er zijn zo veel mooie verhalen in die regio die totaal aan ons voorbij gaan. Er zijn zo veel vooroordelen over de Arabische wereld, maar er is ook veel onwetendheid. Ik kreeg na Danny in Arabistan zo veel berichtjes van mensen die zeiden dat ze blij waren met wat ze hadden gezien, omdat het hun ogen had geopend. Dan denk ik: dit is de moeite waard geweest om te laten zien en te maken, met alle risico’s van dien, maar je doet het ergens voor.’

Wat was de gevaarlijkste situatie waarin je verzeild bent geraakt?

‘Het is niet zo dat ik aan de frontlinie sta, ik ben geen oorlogsjournalist. Maar toen we tijdens de opnames voor de afgelopen reeks in Gaza door de Hamas werden opgepakt en vastgezet, was dat best spannend. We werden heel erg geïntimideerd door die gasten, dus ik dacht even dat we een groot probleem zouden hebben. Hamas is niet een organisatie waarmee je spot. Ze maken je niet dood, maar je kan wel in een gevangenis worden gegooid. Daar hebben ze anders dan in Nederland geen Playstation. Dat was heftig, maar gelukkig liep het met een sisser af.’

Danny Ghosen

Hoe vul je de tijd als je niet aan het werk bent?

Afspreken met vrienden, een biertje drinken, een rondje hardlopen. Een serie kijken vind ik ook ontspannend, even in een andere wereld terecht komen. Ik ben niet iemand die uitgaat en nachten doorhaalt. Vroeger wel, toen ik 19 of 20 was. Maar sinds ik journalistiek ben gaan studeren, ben ik heel serieus. Ik wil uitgerust en fit zijn, zodat ik mijn werk goed kan doen. Als we ergens aan het draaien zijn, ga ik ’s avonds ook meestal als eerste naar m’n kamer om mijn lichaam en geest rust te geven. Ik voel me bevoorrecht dat ik deze programma’s mag maken. Dit soort kansen komen niet aanwaaien, dus je moet de mensen die jou de kans geven niet teleurstellen en belonen met iets moois. Dat wil ik niet verkloten.’

Droom je nog steeds van een toekomst als Midden-Oostencorrespondent?

‘Je weet nooit hoe het loopt. Had je mij tien jaar geleden gezegd dat ik nu journalist zou zijn, dan had ik gezegd: ‘Je bent gek’. Maar ik denk eigenlijk niet dat de NOS op mij zit te wachten. Ze hebben me nooit gebeld, al was het maar voor een gesprekje. Ik vind het gek dat er alleen Hollanders zitten op de plekken in Arabische landen, terwijl er volgens mij wel mensen zijn die Arabisch spreken en gevoel hebben met waar ze zijn.’

Danny Ghosen

(Tekst: Fleur Baxmeier / Fotografie: Pim Hendriksen  / Styling: Rachel Mailuhu)

Advertentie

Reacties

Meer
Advertentie