De Rotterdamse dichter Jules Deelder is overleden. Altijd herkenbaar met zijn gladgekamde haren, gitzwarte maatpakken en permanente vlinderzonnebril. Deelder is, volgens de familie tot zijn eigen verbazing, 75 jaar geworden. We spraken hem in een van de eerste edities van JFK Magazine, in december 2007. Als eerbetoon aan Jules Deelder hebben we een aantal de mooiste uitspraken uit dat gesprek onder elkaar gezet. Rust zacht.
Duidelijke taal op modegebied
‘Ik houd van mooie pakken, maar er zijn in Nederland maar heel weinig zaken waar je echt een goed pak kunt kopen. Je moet wel het figuur hebben trouwens. Toen die mode zo oversized was, waren die Nederlanders natuurlijk wel blij, want dan konden ze ongestraft uitdijen. Ze hebben verder ook geen smaak hoor. Nederlanders. Ze lopen erbij in hun sportkleding, alsof ze verdomme morgen aan de Olympische Spelen moeten meedoen. Terwijl ze de hele dag in de kroeg zitten.’
Verschillen en gelijkenissen
‘Ik houd van gasten die hun hoofd boven het maaiveld uitsteken. Zowel mannen als vrouwen trouwens. Mannen en vrouwen, het zijn allemaal mensen. Het lijkt soms alsof we dat vergeten, omdat er alleen maar wordt gepraat over de verschillen. Maar er zijn natuurlijk veel meer overeenkomsten dan dat er verschillen zijn. Dat geldt overigens ook voor volkeren onderling en godsdiensten. Er wordt alleen maar gepraat over de verschillen. We zouden moeten praten over wat we gemeenschappelijk hebben. Dat zou de wereld een stuk vreedzamer maken.’
Een doel voor ogen
‘Het is moeilijk om je voor te stellen hoe het is om niet creatief te zijn, hoe raar dat ook klinkt. Ik bedoel, ik heb me nooit hoeven afvragen wat ik met mijn leven aanmoet. Het lijkt me vreselijk om dat niet te hebben. Dat je je hele leven werk moet doen waar je geen zin in hebt. Dat lijkt me slecht voor de gezondheid. Dat begint in je bovenkamer en uiteindelijk krijg je er een bult van.’
Nooit spijt hebben
‘Het kwaad heeft een aantrekkingskracht. Meer dan het goede. Maar ik heb nooit ergens spijt van. En dat lijkt me ook niet slim, want je kunt het toch niet meer ongedaan maken. Je zou gek kunnen worden of de hand aan jezelf kunnen slaan om iets uit te wissen. Dat lijkt me genoeg reden om nergens spijt van te hebben.’
Jules Deelder, de legende
‘Ik wilde óf jong sterven, óf heel oud worden. Ergens in het midden is niet goed voor de legende, weet je wel. Op een gegeven moment ontdek je dat jong doodgaan niet meer gaat lukken. Nu mik ik op heel oud. Ik zou herinnerd willen worden als iemand van wie er maar één was. Ik hoop dat ik tegen die tijd een soort legendarische status heb bereikt. Je boeken blijven natuurlijk bestaan, maar verder moet je maar hopen dat je reputatie voortleeft. Het mooiste lijkt me als woorden of uitspraken die je hebt gedaan, in de Nederlandse taal worden opgenomen. Veel verder kun je het niet schoppen, haha.’
Het leven en de dood
‘Er is natuurlijk sprake van een mysterie, ondanks alle verklaringen. Als God het niet allemaal bestiert, wie dan wel? De zin van het leven, dat ben je zelf. Buiten jezelf bestaat het leven uit een chaos van allerlei gebeurtenissen. Jij bent degene die er naam aan geeft en zin aan geeft. Je kunt beter nieuwsgierig zijn naar de dood dan er bang voor zijn. Ik maak me absoluut geen zorgen. Nou ben ik ook niet het zorgelijke type.’
(Tekst: Diana Kuip / Beeld: Wim de Jong (via Flickr) / Cover: Alek voor JFK #05)
Reacties