Tom Beugelsdijk was de afgelopen week veel in het nieuws. Op de redactie moesten we daarom terugdenken aan een interview met de Haagse cultheld.

Dit interview vond plaats in zijn ADO-tijd. Hieronder lees je dat openhartige gesprek terug.

Je voetbalt bij een club waar altijd veel commotie rondom is, hoe is dat?

‘ADO is wel een club die met veel emotie gevolgd wordt ja. En ik woon zelf ook in Den Haag, dus als het niet goed loopt krijg je dat in de Albert Heijn ook te horen.’

Wat krijg je zoal te horen?

‘Waar zijn jullie eigenlijk mee bezig? Waarom speelt die? Waarom speelt die niet? Waarom dek je niet door? Dat soort dingen.’

En geef je die mensen ook antwoord?

‘Ligt aan de manier waarop ze het vragen. Als ze het netjes doen wel, maar als ze zomaar gaan roepen heb ik er geen zin in. Dan zeg ik; dan moet je maar lekker trainer worden als je het allemaal zo goed weet. Maar als zij beleefd zijn, ben ik het ook.’

Serieus? Ga je dan echt in de Albert Heijn uitleggen waarom je niet door dekt?

‘Ehm, ja hoor. Als het met respect gebeurt wil ik dat best. Maar het is natuurlijk ook vaak het andere uiterste. Dat je in de stad bent en dat mensen met een bakkie op aan je gaan zitten en schreeuwen, ja daar ben ik snel klaar mee. Daar kan ik heel slecht tegen.’

Je bent een beetje publiek bezit geworden sinds dat beroemde filmpje in 2015. Heb je daar nog steeds zo veel reacties op?

‘Nou, ik ben minder in de stad dan toen, dus dat scheelt.’

Omdat je geen zin had in al die aandacht?

‘Oh nee. Tuurlijk werd ik er helemaal gek van, er ging geen dag en soms geen uur voorbij of iemand riep ‘Rustaaagg!’ naar me. Maar ik heb altijd tegen mezelf gezegd, ik ga geen plekken vermijden. Als ik ergens heen wil dan ga ik daar gewoon heen.’

Wat zeg je als mensen te ver gaan?

‘Dat ze weg moeten wezen. Nogmaals, als iemand me met respect benadert is het anders. Maar lamme dingen schreeuwen in mijn oor dan moet je heel gauw weg wezen.’

Wat vind je eigenlijk van je carrière tot nu toe?

‘Ik ben eigenlijk wel trots op wat ik gepresteerd heb. Al vind ik dat gek om over mezelf te zeggen. Maar als je mij als zesjarig pikkie vroeg wat ik wilde worden zei ik; profvoetballer. Dus mijn droom is uitgekomen. Het was niet makkelijk, want ik was nooit de beste. En ik heb in de jeugd bijna drie jaar op de bank gezeten. Of werd weer ergens weggestuurd. Maar ik ben altijd keihard blijven werken, blijven oefenen, heb altijd alles gegeven op de training. Dus wat ik nu bereikt heb, heb ik met hard werken bereikt. En niet omdat ik nou zo’n groot talent was.’

Wanneer geniet je het meest van je vak?

‘Als het voor het eggie is. De competitie wedstrijden. Die druk, daar geniet ik van. De grap is, ik heb mijn zenuwen nog steeds niet onder controle. De ochtend van de wedstrijd ben ik altijd weer nerveus, druk, krijg ik geen hap door mijn keel. Dan geniet ik er ook eigenlijk te weinig van omdat ik zo onder spanning sta. Ik wil gewoon elke week zo graag presteren, zo graag knallen. Ik wil geen slechte beelden van mezelf terug zien. Zelfs als ik een oefenwedstrijd speel voor mensen heb ik dat.’

Waar ben je dan het meest nerveus voor?

‘Voor fouten. Ik ben de centrale verdediger. Elk foutje van mij kan dodelijk zijn en voor een tegengoal zorgen. Je wil niet voor lul staan voor een groot publiek.’

En wat als dat wel gebeurt?

‘Dan ben ik daar doodziek van. Maar vroeger was het extremer hoor. Was ik letterlijk drie dagen chagrijnig. Nu kan ik beter relativeren. Want er zo mee omgaan is niet goed. Er zijn veel ergere dingen in de wereld, je mag daar niet ziek van worden. Natuurlijk wel als je op degraderen staat, want dan gaat het slecht met de hele club en is het ook erg voor de supporters en voor jezelf. Maar je moet dingen wel een beetje in perspectief proberen te plaatsen. Nu kom ik thuis en praat ik er even met mijn vriendin Mel over en dan is het oké.’

Kan je goed tegen kritiek?

‘Meestal wel, maar het blijft gek wat mensen soms roepen. Je bent fantastisch totdat je een foutje maakt, dan kan je er weer helemaal niks van. En met social media tegenwoordig is dat extra opvallend. Als ADO een foto plaatst moet je voor de gein eens lezen wat er soms allemaal onder staat. Ik weet bijvoorbeeld nog dat iemand zei ‘dat ze Tommie Beugelsdijk het ziekenhuis in moeten trappen’. Dan ben ik wel in staat er wat van te zeggen. Heb ik wel eens gedaan hoor. Mocht niet van ADO, moest ik er weer afhalen.’

Wat had je gezegd dan?

‘Als u problemen met mij heeft; morgen om 8.30 uur ben ik op de club, dan zie ik u graag,’ had ik eronder geschreven. Is niet goed misschien, maar mij gaan bedreigen vanachter een beeldscherm, dan word ik zo kwaad. Nou goed, dat heb ik later weer weggehaald, ik moet dat laten gaan. Maar ik zal daar nooit aan wennen.’

Vind je het ook vervelend als mensen zeggen dat je een vuile speler bent?

‘Ja. Het klopt dat ik tot het randje ga en ik maak inderdaad expres overtredingen. Ik ben tenslotte een verdediger en moet mensen stoppen. Maar ik zou nooit in mijn leven iemand expres blesseren. Nooit. En ik zou dus ook nooit iemand een ernstige blessure toewensen of een klap. Dus als mensen zeggen dat ze mij het ziekenhuis in moeten trappen kan ik daar met mijn hoofd niet bij. Ik zou nooit willen dat iemand iets ergs overkomt.’

Snap je wel waarom mensen dat over jou denken?

‘Ik snap ook wel dat ik in het veld zo overkom. Ook als ik naar mijn eigen kop kijk. Ik vind het echt leuk dat jullie vandaag foto’s hebben gemaakt waar ik goed op sta. Want als ik voetbalfoto’s zie zijn het allemaal kwaaie foto’s. Met zo’n vertrokken bek. Daardoor denken mensen volgens mij soms dat ik gestoord ben of agressief. Maar dat is niet zo. Soms ben ik lomp, en soms kom ik op je voet. Maar dat komt gewoon omdat ik niet de beste voetballer ben. Anders speelde ik wel bij Barcelona. Maar het is niet expres. Ik ben zo niet opgevoed. Ik voel voor niemand haat en ik gun iedereen alles. Ik vind het echt heel erg wat mensen allemaal op social media roepen. Niet alleen voetbal gerelateerd maar ook gewoon als reacties op zoiets als Expeditie Robinson. Ik maak me daar wel zorgen over hoor, zeker nu in een kindje krijg. In wat voor wereld groeit zij op?’

Waar ken je je vriendin van?

‘Zij werkte bij ADO en deed daar de horeca evenementen. Ik had haar nog nooit gezien want zij was altijd in ruimtes waar wij niet komen. Maar op een gegeven moment zag ik haar een keer zitten bij de koffieautomaat. Toen vroeg ik aan de groep jongens waar ik mee was wie er allemaal koffie wilden, en toen ging ik voor haar ook koffie halen.’

Ah, galant.

‘Ja! Daarna ben ik allemaal mensen van ADO gaan appen om uit te vinden hoe dit meisje heette. En vervolgens heb ik haar via Instagram een berichtje gestuurd; hoe de koffie smaakte? Haha, slechte tekst natuurlijk. Maar ze antwoordde dat het goed had gesmaakt en vanuit daar gingen we appen. Een paar maanden later zijn we uit eten gegaan en sinds die avond zijn we eigenlijk onafscheidelijk. Later zou ze trouwens toegeven dat die koffie helemaal niet te zuipen was, want ik had natuurlijk weer op een foute knop gedrukt.’

Wat was het waarom je koffie voor haar ging halen?

‘Ik vond het gewoon meteen een knappe griet. Toen we gingen eten was het ook gewoon meteen lachen. Ik zei daarna ook tegen mijn moeder; dit is misschien iemand die onze humor heeft. Waar je niet op je tenen hoeft te lopen maar gewoon lekker jezelf kan zijn. Dat is wat ik meteen heel leuk aan haar vond. En ze is gewoon heel lief.’

En je wordt nu bijna vader!

‘Ja al bijna! Van een dochter. Ze is 28 februari uitgerekend dus als ze een dag te laat is wordt ze geboren op een schrikkeldag. Maar dat is alleen maar positief want als ze dan zestien is en ze wil uitgaan, kan ik zeggen; neejoh mag niet, je bent pas vier!’

Ben je een beetje klaar voor een dochter denk je?

‘Ja, ik kan niet wachten, we hebben alles al maanden klaar. De babykamer staat klaar, de kinderwagen, alles. En ik ben drie keer in het Babypark geweest met mijn schoonouders.’

Wat is het Babypark?

‘Dat is een zaak met allemaal babyspullen maar ook een soort oefenbaan. Een route met allemaal verschillende ondergronden zoals gras en stenen. Daar loop je een rondje op met de kinderwagen en kan je voelen hoe die eh…op de weg ligt zeg maar.’

Mijn hemel.

‘Haha, ja precies. Dus ik ben er klaar voor.’

Heb je een beeld bij het vaderschap?

‘Nee dat niet, maar ik verheug me gewoon. Ik ben sowieso een kindervriend, ik geniet ook altijd van die kinderclinics die er soms bij ADO zijn. Ik vind het leuk om ze een beetje te plagen en om er gewoon voor ze te zijn. Ook omdat ik zelf nog heel goed weet van vroeger hoe leuk dat was. Ik woonde vroeger zelf om de hoek bij Ferrie Bodde (oud ADO speler red.) Ging ik met mijn bal en mijn vriendjes bij hem aanbellen en dan kwam hij naar buiten om te voetballen. Dat was geweldig. Ik belde echt heel vaak aan. Irritant ventje was ik haha. En dat gebeurt bij mij nu ook. De buurjongetjes weten waar ik woon en bellen bij mij aan om te voetballen of om een handtekening.’

Word je daar niet soms gek van?

‘Ja soms heb je er geen zin in natuurlijk, dan loop ik naar beneden en dan zeg ik dat ik de volgende keer kom voetballen. Maar ik weet gewoon hoe leuk ze dat vinden en dan vind ik het eigenlijk ook meteen weer leuk. En natuurlijk heb je dan nog geen idee hoe het is om een eigen kind te hebben, maar ik weet in ieder geval nu al dat die kleine mijn alles wordt. Ik ga zorgen dat het een papa’s kindje wordt haha.’

Jouw eigen vader is niet in jouw leven geweest hè?

‘Klopt, ik was zes toen mijn ouders uit elkaar gingen. Daarna zag ik hem niet meer.’

Helemaal niet meer? Ook niet met verjaardagen?

‘Nee, en hoe dat nou precies zat is lastig te zeggen voor mij. Ik ken alleen mijn moeders kant van het verhaal. Kijk eigenlijk geloof ik zelf altijd dat er een schuld aan beide kanten zit. Ik bedoel, wat vind jij, als er ruzie is, zijn er altijd twee schuld toch?’

Vaak wel ja.

‘Precies. Alleen ik kan het zelf niet over mijn hart verkrijgen om tegen mijn moeder te zeggen dat ze iets verkeerd zou hebben gedaan. Zij heeft zoveel voor me gedaan dat ik dit hele thema eigenlijk nooit met haar bespreek. Mijn moeder was en is er altijd. Ze heeft me vroeger overal heen gebracht, naar de club, naar trainingen, naar wedstrijden. Ze zegt wel eens voor de grap, toen jij geboren werd is mijn sociale leven gestopt. Maar dat is ook echt zo.’

Ken je je vaders kant van het verhaal?

‘Nog niet echt, ik heb pas weer contact met hem en nog maar drie keer met hem afgesproken.’

Hoe ging dat dan?

‘Ik heb eigenlijk heel mijn leven zijn nummer gehad, maar drie jaar geleden belde ik hem per ongeluk via WhatsApp op toen ik zijn foto aanklikte. Hij nam meteen op, en zo kwamen we weer voor het eerst in contact. Toen hebben we afgesproken bij Hotel van der Valk en zo ging dat een beetje.’

Na twintig jaar, was je niet bloednerveus?

‘Ja ik was supernerveus! En hij ook. En het gekke was, hij wist alles over mij. Sterker nog, ik kwam de afgelopen jaren soms mensen tegen die me vertelden dat mijn vader zo trots op me was. Op mij en mijn broer. Maar die mensen wisten dan volgens mij niet dat we geen contact hadden. Dus blijkbaar praat hij de hele tijd vol lof over me. Dan vraag je je temeer af waarom dingen gelopen zijn zoals ze gelopen zijn. Wat er ook tegen je gezegd wordt, waarom zou je je laten tegenhouden je eigen kind te zien?’

Ga je hem dat nog eens vragen?

‘Ja dat gaat wel een keer gebeuren. Maar we doen rustig aan. We hebben nu app contact en hij is een keer naar een wedstrijd van ADO komen kijken. Ik verwacht niks, hij moet ook niet teveel verwachten. Maar ik ben niet boos, totaal niet. Mijn moeder en hij zijn boos op elkaar en dat mag. Maar ik ben nu oud en wijs genoeg. En ik geloof bovendien dat iedereen fouten maakt. Mensen kunnen ook veranderen. Ikzelf heb honderdduizend fouten in mijn leven gemaakt. Als ik daar een boek over zou schrijven zou iedereen mij voor gek verklaren. Dus wie ben ik om te zeggen dat mijn vader geen fout mag maken?’

Maar jij gaat die fout niet maken.

‘Nee, 100 procent niet. Kijk ik ben niet zielig, het is geen trauma geworden ofzo. Doordat we vroeger met zijn drieën waren, mijn broer, moeder en ik, zijn we extra hecht. Mijn moeder en broer komen naar al mijn wedstrijden. Mijn broer kwam zelfs kijken toen ik in Duitsland voetbalde. Hij is net zo trots op mij als ik op hem. Ik spreek ze elke dag. Ik ben dankbaar voor die band. Alleen voor mezelf kan ik zeggen dat ik die fout niet zal maken, ik er altijd voor mijn kind zal zijn. Wat er ook gebeurt; ik ben haar vader. Maar natuurlijk gaan we er vanuit dat mijn vriendin en ik gewoon samen honderddertig worden haha.’

Reacties

Meer

Meer van JFK