Alles wat je niet doodmaakt, maakt je sterker. Aldus Bernhard van Oranje, die in 2013 werd getroffen door lymfeklierkanker. Zijn ziekte heeft hem nog bewuster gemaakt van alles, van de tijd die hij heeft, van ieder moment met zijn kinderen. Niks is vanzelfsprekend, maar tegelijkertijd werkt hij harder dan ooit. ‘Dat voelt natuurlijk.’

Tekst: Marcel Langedijk, fotografie: Andy Tan@Pim Thomassen, visagie: Stefan Ralbovsky For Redken Offical@Annelies Tan M&P, styling: Richard Schreefel@Angelique Hoorn MNGM

Ben jij de meest benaderbare prins van Nederland?
“Ik kijk niet naar mezelf op die manier. Het maakt niet uit waar ik geboren ben, ik ben gewoon een persoon. Zeker als je in Amsterdam woont, dan ben je daar helemaal niet mee bezig. Ik heb samen met studievrienden een bedrijf opgebouwd, met heel veel ups en downs: dat is wie ik ben.”

Terug in de tijd, want het is halverwege de jaren negentig als Bernhard samen met enkele studievrienden het internetbedrijf Clockwork opricht. In 2005 volgt Levi9, een softwarebedrijf dat inmiddels meer dan duizend werknemers telt. In 2004 wordt hij partner bij vastgoedontwikkelaar Pinnacle en sinds een paar jaar zijn daar bijgekomen: Waterdream (een bedrijf in handgemaakte luxueuze sloepen), Circuitpark Zandvoort en Lymph&Co, een stichting die geld inzamelt voor onderzoek naar lymfeklierkanker waar Bernhard in 2013 door werd getroffen. En hoewel hij zich sinds die ziekte nog bewuster is van tijd, werkt hij misschien nóg wel harder, want ‘dat voelt natuurlijk’.

Minder natuurlijk voelt het om in een helverlichte hal op een boot te zitten. Maar een gezelliger plek is er eigenlijk niet te vinden in de RAI, want daar zijn we. Bernhard staat voor de derde keer met Waterdream op de HISWA in de RAI en stelt na een blik op de enigszins troosteloze persruimte voor om op een van ‘zijn’ sloepen te gaan zitten. Een riante, van bijna negen meter. De luxe kussens zitten prima en de mevrouw van de Waterdream-stand brengt bubbelwater en broodjes kaas. De twee troosteloze dixielandtoeteraars op de achtergrond nemen we voor lief.

Over die boten: hoe is Waterdream ontstaan?
“Ik heb altijd boten gehad, van RIB’s tot oude Pettersons, maar ik vond en vind een sloep de gezelligste boot. Bij de meeste boten zit je als kapitein helemaal alleen voor- of achterin, dat is bij een sloep niet zo. Alleen qua varen zijn de meeste sloepen slecht: ze schieten niet op, maken veel herrie, je krijgt de boeggolven over je heen. Snel varen is leuker, zeker als je wat afstanden af wilt leggen. Als ik met mijn gezin naar Ouderkerk aan de Amstel voer om daar te eten, nam iedereen de taxi terug en moest ik zelf nog terug kachelen.

Op een gegeven moment vond ik varen nog wel leuk, maar ik kon niet de boot vinden die ik zelf graag zou willen hebben. Tot ik in aanraking kwam met iemand die snel varende sloepen bouwde. Die waren heel basaal, maar van daaruit ben ik mijn eigen boot gaan ontwikkelen. Het basisidee was: een snel varende sloep, onderhoudsvrij, zelflozend, geen accu nodig, functioneel, stabiel en met een cabine erin, want zeker vrouwen willen toch wel graag een wc aan boord. Daar is deze sloepenreeks uit ontstaan; we hebben inmiddels vier modellen.”

Een uit de hand gelopen hobby.
“Ja, dat is het. Het begon met het idee om een boot te bouwen voor mezelf, ik kwam de juiste mensen tegen en van daaruit kregen we de gedachte om er een merk van te maken. Dan krijg je ineens vraag naar die sloepen, zet je een verkoopnetwerk op en sluit je partnerships af. We hebben inmiddels zelfs internationale dealers. Ik was laatst in Miami en daar zie je toch nog heel veel van die plastic boten. Ik denk dat we ook daar nog aardig aan de weg kunnen timmeren.”

Het zijn niet de goedkoopste boten.
“Nee, maar ze worden met de hand gemaakt en je kunt de sloep naar eigen wens customizen. Relatief gezien zijn we niet heel erg duur, maar alle onderdelen in de bootindustrie zijn prijzig. Er zitten zware motoren in en alleen die kosten al snel dertigduizend euro.”

Bekende achternaam
Op de vraag of zijn bekende achternaam helpt bij het zakendoen, schudt Bernhard van ‘nee’. Eigenlijk doet zijn zakenpartner alle verkopen. “Veel klanten komen ook uit zijn netwerk; ik heb heel weinig vrienden of kennissen die zo’n boot kopen,” legt Bernhard uit. Hij denkt dat hij helpt met de naamsbekendheid van het merk, maar dat was vooral in de opbouwfase zo. Relativerend: “De belangrijkste pr krijg je door gewoon veel te varen. Mensen moeten de boten zien.”

Bernard-van-Oranje-JFK-01

“Je kunt als een gek strijden, maar als de medicijnen niet aanslaan, helpt dat niks”

Is je hele familie zo nautisch aangelegd?
“Jawel. Mijn broers en ik deden aan surfen, zeilen, gingen op zeilkamp. Goede vrienden van mijn ouders hadden een huisje in Friesland, waar we dan ook gingen surfen en varen met een catamaran. We hebben ook veel gewaterskied – mijn grootouders hadden een huis in Italië, waar waterskibootjes bij lagen. Mijn oudere broer heeft een zeilboot, mijn jongere een waterskiboot. We hebben alle vier wel iets met boten, het hoorde wel bij onze opvoeding, zeg maar.”

Net als sporten.
“Tijdens mijn studie sportte ik veel, maar toen ik eenmaal ging werken, ebde dat weg. Nadat ik trouwde, hield het helemaal op [lacht]. Maar op een gegeven moment kreeg ik de Crohn, een darmziekte. Als je darmen niet werken, heb je echt veel minder energie. Dat ben ik gaan pareren door elke dag een half uur te sporten.”

Vervolgens werd je nog zieker. Je kreeg lymfeklierkanker.
“Ja, daarna moet je helemaal vanaf nul beginnen. Ik ben toen echt extreem gaan sporten om weer op mijn oude niveau te komen. Het kost tijd, sporten, maar het is voor mij ook ontspanning. Anders blijf je de hele dag maar door hobbelen met allemaal ideeën in je hoofd en heb je geen momenten dat het even opklaart. Sporten is voor mij een reset, de batterij opladen.”

Hoe kijk je terug op die tijd?
“Beter worden is geen vanzelfsprekendheid, maar ik had – en heb – mijn gezin en mijn kinderen. Ik wilde door. Ik kreeg wel eens berichtjes van mensen die me vertelden dat ik genoeg had om voor te leven. Ik stopte met dat soort berichten te lezen. Allemaal bullshit. Ik had geen stimulans nodig. Bovendien kun je je gek strijden, maar als de medicijnen niet aanslaan, helpt dat niks. Andersom geldt dat ook: als je geen zin hebt om te vechten tegen die ziekte, wil dat niet direct betekenen dat de medicijnen niet aanslaan. Ik geloof niet dat het iets mentaals is.”

Heeft je ziekte je tot inzichten doen komen?
“Alles wat je niet doodmaakt, maakt je sterker. Als ik boos of gestrest ben over onzinnige dingen, besef ik dat ook. Dan weet ik dat dat dom is. Je wordt je nog bewuster van alles, van de tijd die je hebt, van ieder moment dat je met je kinderen hebt. Niks is vanzelfsprekend.”

Toch werk je nu harder dan ooit.
“Dat klopt, maar alle dingen die ik nu doe, deed ik voor mijn ziekte ook al. Ik had Levi9, was al bezig met de boten, dacht na over Circuit Park Zandvoort… Daar is Lymph&Co bijgekomen, maar dat voelt natuurlijk; ik wilde iets terugdoen voor lotgenoten.”

Wijze investering
Het was in 2015 groot nieuws: Bernhard van Oranje kocht Circuit Park Zandvoort. Bernhard: “Ik hoorde dat het te koop was en samen met mijn partners hadden we al een tijdje het idee dat er meer van te maken was. Dus zijn we erin gestapt. Net als de botenindustrie een droom, want die autowereld is net zo’n passie. Ik zou het echter niet gedaan hebben als we er niet iets goeds mee konden doen; het moet een wijze investering zijn.”

Was dat het?
“Ja. Je kon er tot nu toe overdag niet eens een kopje koffie drinken. Het kon zóveel beter. We zijn nu een jaar bezig en we maken gave ontwikkelingen door. Het is niet alleen een circuit: je kunt ook de duinen in, 4×4-rijden, mountainbiken, er komt een restaurant, goeie VIP-en vergaderruimtes. We kijken met een andere blik naar het zelfde. En autosport is enorm hot, kijk maar naar Max Verstappen.”

Bernard-van-Oranje-JFK

“Het maakt niet uit waar ik geboren ben, ik ben gewoon een persoon”

 

 

Je racet zelf ook.
“Ja, met Racing Team Holland zijn we zelfs Europees Kampioen geworden, maar als je mij vergelijkt met een echte pro dan zie je het verschil wel. Ik rijd al een paar jaar met Ricardo van der Ende en die heeft vanaf zijn vijftiende gekart, in Italië gewoond, een opleiding gedaan… Ik leer zoveel van hem. Rijden is een stuk talent, maar je moet de auto ook technisch begrijpen. Mensen die dat al heel lang doen, hebben zó’n voorsprong. Die heb ik niet. Ik ben maar gewoon begonnen met rijden en na drie jaar ging er een keer iemand naast me zitten om me te vertellen wat ik allemaal fout deed. Daar sta ik gelukkig wel voor open; leren van anderen. Daardoor ging het ineens een stuk sneller.”

Het zijn geen goedkope hobby’s.
“Raceteam Holland hebben we businessmatig opgezet; we wilden een succesvol bedrijf maken. Uiteindelijk mocht ik een keertje rijden en zo ben ik erin gerold. Evenzogoed voel ik me enorm bevoorrecht dat ik dit kan doen.”

Waar geef jij je geld nog meer aan uit?
“Mooie dingen vind ik gaaf, maar zeker met auto’s denk ik, als ik ze eenmaal heb, was dit het nou? Ik vind het leuker om erover na te denken, erover te dromen, maar ik geef mijn geld voornamelijk uit aan mijn gezin; lekker eten, fijn op vakantie. Ik zal ze vast teveel verwennen nu, maar later moeten ze gewoon hun eigen geld verdienen. Ik geloof niet dat ik mijn kinderen gelukkiger maak door iets voor ze achter te laten waardoor zij niet meer hoeven te werken. Ze mogen het straks lekker zelf uitzoeken [lacht].”

Eigenlijk vind ik die IT-wereld totaal niet bij je passen.
“We zijn begonnen met een soort online warenhuis en daar kwam een IT-stuk bij kijken. Binnen ons team bleek ik degene die daar het meeste gevoel voor had, dus zat ik ineens netwerkjes te creëren bij van die classic Macjes. Ik was een beetje de systeembeheerder, vooral omdat we niemand anders hadden. Op een gegeven moment ben ik me er meer in gaan verdiepen, ook omdat je je bedrijf professioneel wilt runnen. Ik heb er niet echt een passie voor, maar ik vind IT wel degelijk boeiend. Ook toen ik door kreeg dat technologie de wereld verandert. Bedrijven als Über en Airbnb zijn in feite gewoon technische branches. Kapitaalintensieve bedrijven worden steeds minder belangrijk. Kijk maar naar de automarkt; de verwachting is nu dat er uiteindelijk maar vier merken zullen overblijven… Niemand begint nog een nieuw automerk.”

Hadden je ouders hun bedenkingen bij je keuze voor het ondernemerschap?
“Ze hebben me altijd vrij gelaten in mijn keuzes, in wat ik wilde studeren en waar. Ze hebben niet gezegd: ik heb in Leiden gestudeerd en was lid van de studentenvereniging, dus dat moet jij ook doen. Ik moest niks, hoefde niet een bepaald doel te bereiken. Achteraf gezien heel knap van mijn ouders.”

Geef jij je kinderen straks diezelfde vrijheid?
“Ik vraag me wel eens af of we niet al te vrij zijn in Nederland met onze kinderen, zeker als je kijkt in de landen om ons heen. In Frankrijk zitten ze altijd heel netjes aan tafel en maken ze geen lawaai. Als ik onze kinderen met die kinderen vergelijk, kunnen we ze misschien wel iets meer structuur bieden en weet ik niet of we nou wel zo goed zijn in opvoeden [lacht]. Maar opvoeden blijft iets raars; je krijgt geen handleiding. En alle kinderen zijn anders. Maar wat ik van mijn ouders heb meegekregen, is dat je met elkaar leert praten en dat je je kinderen moet stimuleren om een volgende stap te maken. Maar uiteindelijk is dat hun keuze. Je kunt nooit iets afdwingen.”

Advertentie

Reacties

Meer
Advertentie