JFK interviewt Jacques van der Meulen, chirurg, over zijn passies, carrière en zijn werk. Lees mee over de man die zelfs nog serieus overwoog om psychiater te worden.

Witte jassenfamilie
“De helft van mijn familie bestond uit artsen. Arts zijn past bij me: in mijn beroep kan ik twee van mijn opvallendste karaktereigenschappen – zorgzaamheid en perfectionisme – goed kwijt. Eigenlijk ben ik plastisch chirurg geworden door mijn buurjongen. Toen hij klein was, kreeg hij met z’n vader een auto-ongeluk. Hij had zijn riem niet om, waardoor hij door de voorruit vloog en glas in zijn gezicht kreeg. Mijn oom was plastisch chirurg en daar zijn ze heengegaan om zijn gezicht op te lappen. Dat maakte zo’n indruk dat ik plastisch chirurg wilde worden.”

Carrière
“Al tijdens mijn opleiding tot plastisch chirurg heb ik me gespecialiseerd in de behandeling van aangeboren afwijkingen bij baby’s, de zogenaamde schisis en craniofaciale chirurgie. De eerste vijftien jaar van mijn carrière heb ik doorgebracht in het Sophia Kinderziekenhuis, waar ik samen met de hersenchirurgen schedel- en gezichtoperaties deed. Daarnaast ben ik gezichtsoperaties bij volwassenen gaan doen. De overstap naar de cosmetiek was voor mij vervolgens logisch. Twee jaar geleden heb ik uiteindelijk de keuze gemaakt om fulltime in een privékliniek te gaan werken.”

Cosmetiek
“Ik werk vier dagen per week als esthetisch plastisch chirurg in de Velthuis kliniek in Rotterdam en Den Haag. Daar heb ik me gespecialiseerd in borstcorrecties en aangezichtschirurgie, met een speciale focus op neuscorrecties en facelifts. De ontwikkeling van dit soort behandelingen heeft een enorme vlucht genomen in de afgelopen jaren, waardoor die ingrepen veel minder belastend zijn dan veel mensen denken. Het is elke keer weer indrukwekkend hoeveel positieve energie mensen van dit soort operaties kunnen krijgen.”

Psyche
“De menselijke psyche vind ik erg interessant. De inschatting van hoe mensen omgaan met hun zelfbeeld is een essentieel onderdeel van mijn vak. Ik heb zelfs nog serieus overwogen om psychiater te worden. Hoe mensen reageren, waarom ze bepaalde dingen doen, hoe je daar als arts een rol in speelt. Maar het vak psychiatrie vond ik ook erg frustrerend. Patiënten echt ‘beter’ maken leek me bijna onmogelijk en zo’n lang behandelproces was niets voor mij. Ik heb respect voor dokters die dat kunnen. Want wat dat betreft ben ik een echte chirurg: ik vind het heerlijk dat ik meteen blijvend resultaat van mijn werk kan zien.”

Hockey
“Ik heb een paar jaar op nationaal niveau gehockeyd. Dat ging lange tijd goed, maar op een gegeven moment was het niet meer te combineren met mijn gezin en mijn werk. Ik miste steeds vaker wedstrijden en trainingen omdat ik dienst had in het ziekenhuis. Ik had daardoor weinig tijd voor mijn gezin, want als ik geen diensten had, dan stond ik op het veld. Daar ben ik dus mee gestopt. Nu zit ik meer op de fiets, dan kan ik zelf bepalen wanneer ik ga.”

Reizen
“Ik heb als student de hele wereld over gereisd en ben in veel ziekenhuizen geweest. Ook nu nog werk ik elke week twee dagen in onze privékliniek in Wenen. De afwisseling van het werken op beide locaties bevalt me prima en van de kruisbestuiving word ik een betere chirurg. Dat de Radetzky Villa in Wenen onze eigen kliniek is, waar je zelf je eigen kwaliteit en gevoel aan mee kan geven, draagt daar ook aan bij.”

Marge
“Een dokter in de klassieke zin van het woord maakt zieke mensen beter. Bij mij komen mensen die niet ziek zijn, maar die vinden dat hoe ze zich voelen niet past bij hoe ze eruitzien. Door een operatie kan ik die twee punten op een gelijkwaardig en liefst hoger niveau krijgen, waardoor ze er beter uitzien en zich beter voelen en dat ook uitstralen. Daardoor is de marge voor fouten in mijn werk minimaal: er wordt verwacht dat je de situatie altijd verbetert. Die uitdaging houdt me scherp, dat bevalt me wel.”

Reacties

Meer