Loafers zijn de ideale schoenen voor luie mensen en thuiszitters

Ligt het aan ons, of is het strikken van veters echt niet meer zo leuk als het vroeger kon zijn? Dan kon je er zelfs nog een diploma voor krijgen. Dat waren nog eens rijden. Tegenwoordig zijn we steeds luier geworden. We hoeven al geen telefoonnummers te onthouden of adressen, alles kunnen we in een mum van tijd vinden in onze telefoon. Maar de echte ideale uitkomst voor de luie man, dat zijn loafers.

Loafers komen uit het noorden

Zoals alle minimalistische spullen zijn ook de loafers uitgevonden door de Scandinavische grootmeesters. In de negentiende eeuw werden de makkelijk in te stappen schoenen bedacht door Nils Gregoriusson Tveranger. Die met een combinatie van Amerikaanse stijl en Noorse schoenmakerij de ideale instapper wilde creëren voor vissers. Al snel werd de stijl opgepikt door reizigers en mee teruggenomen naar het Amerikaanse vasteland. Daar kreeg G.H. Bass het lumineuze idee deze schoen (met wat aanpassingen) onder de naam Loafer te maken. De Bass Weejun (naar ‘Norwegian’) waren het resultaat. Mocht je nou echt een stijlfreak zijn, deze loafers zijn nog steeds te koop in vrijwel dezelfde vorm als ze toen gemaakt zijn.

Kwastjes en bitjes

De loafers met die gouden bitjes erop zijn halverwege de jaren 50 bedacht door meneer Gucci. Ook die loafers, geliefd bij stijlvolle mannen als Gianni Agnelli en John F. Kennedy, zijn vandaag de dag nog steeds te koop. Ze zijn wel iets duurder dan die van G.H. Bass. De loafers met kwasten komen uit de Verenigde Staten. Daar begon president van het schoenmerk Alden, Arthur Tarlow Sr., met experimenteren. Hij probeerde de loafer een stijlvollere look te geven en ging aan de slag met een leren veter en kwasten. In 1950 gingen de tassel loafers in productie.

Vroeger konden de schoenen enkel en alleen gedragen worden bij informele gelegenheden. Tegenwoordig kan je loafers zelfs naar bruiloften en begrafenissen dragen. Alleen black en white tie zijn ongeschikt voor de instappers.