Ik ben beledigd. Het hoe en waarom ontschiet me op dit moment even, maar het huis is te klein. Wat zeg ik; vergeet het huis, de wereld is te klein. Waar halen ze het gore lef vandaan. De paupers. De bodemvoeders. De rattenvangers. Hoerenkinderen nog an toe. Het is bij de wilde spinnen af.
Ziedend been ik door de woonkamer. Niet echt natuurlijk, want dan zou ik moeten opstaan en energie moeten verspillen aan zowel zieden als benen en dat gun ik hen simpelweg niet. Maar mentaal ben ik ziedend voor een heel weeshuis vol met wezen die exact even kleinzerig en dus vaak terecht beledigd zijn als ikzelf.
Ik tuur kokend van woede uit het raam. Niet het echte raam natuurlijk, maar het internet, het zo geheten Raam van de Echte Wereld. Althans in mijn boekje. Nee, nooit het echte raam want daar gebeurt niks om minder van te koken; daar gaat het leven maar zijn lijzige gangetje. Dag in, dag uit, dezelfde stoeptegels en klinkers die met elkaar in conclaaf een eenheidsworst aan voetgangers, fietsers, automobiel-achtigen en andere vormen van menselijke aanwezigheid de straat doorlaten.
Wat op zich ook een prima verdienste is; zelfs als ik er zo over nadenk, word ik al weer rustiger, en terwijl ik me probeer te herinneren waarom en hoe ik ook alweer beledigd ben, neemt de neiging om tóch wel even uit het gangbare raam te turen hand over hand toe. Misschien loopt er op dit moment wel iemand door de straat met, ik noem maar wat, een gele broek aan, en heb ik daar helemaal geen weet van. Ik zou daar dan, in de veiligheid en betrekkelijke anonimiteit van mijn woning, hardop om kunnen lachen of schande van kunnen spreken. Want wie draagt er nou in vredesnaam een gele broek? In het echt? Op straat? Am I right? Come On!
Ik draai mijn hoofd iets meer dan een kwartslag en ga op zoek naar de man of vrouw met de gele broek, maar het theater van stoeptegels en klinkers heeft nog niks voor me. Een Nissan in een belachelijke kleur passeert vlak onder het raam en parkeert heel soepel in. Waarom heb ik eigenlijk geen auto? Ik wil ook een Nissan. Of in ieder geval een auto. Was ik daarom beledigd?
Dan valt vanuit de strakblauwe hemel ineens een frisse, extra large portie vogelenpoep precies op het dak van de soepel ingeparkeerde Nissan. En dan schijnt het zonnetje.
Reacties