24 uur van Le Mans 2018: 8 redenen waarom je er bij moet zijn

Spanning, snelheid, sensatie, doodsangst. Dat zijn de ingrediënten van de 24 uur van Le Mans: de wedstrijd met een ijzingwekkend lange geschiedenis van crashes en doden. Op 16 en 17 juni staat de 84e editie van het grootste sportevenement van Europa op de kalender. 8 redenen waarom je er dit jaar écht bij moet zijn.

1. Omdat je de heroïek met eigen ogen wilt aanschouwen

Geen race die zo tot de verbeelding spreekt als de 24-uursrace. De cultfilm Le Mans uit 1971 heeft hier een grote rol in gespeeld. Het wordt wereldwijd beschouwd als een van de puurste racefilms die ooit is gemaakt; stock footage van de echte 24 uur van Le Mans gemixt met filmbeelden van de race en de deelnemende auto’s. Hoofdrolspeler Steve McQueen – zelf een enthousiast amateur-coureur – deed de meeste racescènes zelf, al werd z’n Porsche 908 gedurende de opnames die plaatsvonden tijdens de echte wedstrijd van 1970 bestuurd door twee professionele coureurs. Tijdens de opnames van de film verloor een van de ingeschakelde stuntmannen trouwens op ongelukkige wijze z’n been tijdens een crash; in de aftiteling wordt hij bedankt voor ‘het offer’ dat hij heeft gebracht. Heb je de film nog nooit gezien, dan móét je ‘m kijken voordat je naar Le Mans afreist: het verhaal is flinterdun, maar de scènes waarin wordt geracet zijn briljant. Le Mans is een van de films die McQueen groot heeft gemaakt, zij het vooral achteraf, want de film was destijds een grote flop in Amerika.

2. Vanwege de titanenstrijd tussen Audi en Porsche

Porsche keerde in 2014 na zestien jaar afwezigheid terug naar de 24 uur van Le Mans met een LMP1-prototype. De voorbereidingen waren indrukwekkend. Denk: uitbreiding van het Research & Development center en de bouw van een nieuw ‘LMP1-hoofdkantoor’ waar honderdtwintig medewerkers zich fulltime bezighielden met de terugkeer van Porsche op Le Mans. Twee jaar lang! Waar Audi jaar na jaar kon doorontwikkelen, moest de LMP1 van Porsche helemaal opnieuw worden gebouwd. Het resultaat: de Porsche 919 Hybrid met een 2.0 liter viercilinder turbomotor en twee ‘energy recovery systems’. Hoewel Porsche er helder over was dat er in 2014 nog geen eerste plek werd verwacht, maakte de komst van het merk de strijd in zowel 2014 als 2015 wel heel spannend. Ging Audi er twee jaar geleden nog voor het vijfde jaar op rij vandoor met de eerste plek, vorig jaar doorbrak Porsche de Audi-hegemonie met de zeventiende Le Mans-zege. De verwachting is dat het dit jaar weer een titanenstrijd zal worden tussen de twee merken: Porsche heeft een snellere auto, maar Audi is strategisch erg sterk.

3. De weg ernaartoe is een (champagne)feestje

Vorig jaar liet Audi ons zien hoe je een weekendje Le Mans in stijl aanpakt: we mochten in een R8 naar Le Mans rijden en werden onderweg getrakteerd op een hotelovernachting in champagnedorp; een must-stop voor iedere wijnliefhebber, want onder de hoofdstraat – Avenue de Champagne – liggen tientallen kilometers gangen, uitgehouwen in de krijtrotsen en volgestouwd met champagne. Je vindt hier de grootste champagnehuizen, zoals Moët et Chandon, Mercier en De Castellane met z’n bekende toren. Wij daalden in een panoramische lift af naar de kelders van Épernay, waar we door achttien kilometer aan gangen werden rondgeleid in een treintje dat via een infrarood signaal wordt bestuurd. De gids wist ons te vertellen dat in diezelfde kelders in de jaren ’50 werd geracet met 2CV’s. In de hal van Mercier tref je een wijnvat voor reuzen aan: het werd gemaakt voor de wereldtentoonstelling van Parijs in 1889, weegt 34 ton en kan de inhoud van zo’n 215.000 champagneflessen bevatten. Er moesten vijf huizen worden gesloopt om de ton op de plek van bestemming in Parijs te krijgen.

4. Je kunt het zo spannend maken als je zelf wilt

De 24 uur van Le Mans-beleving krijgt extra cachet als je een favoriete coureur hebt. Zo eentje voor wie je juicht, huilt en vloekt. Wij probeerden dat trucje ooit met acteur Patrick Dempsey. In z’n Porsche 911 #77 sprintte hij afgewisseld door twee andere coureurs 24 uur lang over de baan, om uiteindelijk als tweede te eindigen in de amateurklasse. Niet slecht, lang niet slecht. En wat een feest om hem elke ronde opnieuw aan te moedigen. Helaas voor ons ziet het er niet naar uit dat Dempsey dit jaar wederom z’n opwachting maakt tijdens de 24 uur van Le Mans, maar met in totaal 60 startplaatsen is de keuze voor een lievelingscoureur reuze. Ben je nationalistisch ingesteld, dan zit je geramd met een van de drie Nederlanders die vrijwel zeker zijn van hun deelname: Giedo van der Garde, Nick de Bruijn en Ho-Ping Tung. Of je gaat voor safe en kiest voor een van de twee coureurs van het Porsche- of Audi-team: Timo Bernhard (Porsche), Romain Dumas (Porsche), Marcel Fässler (Audi) en Lucas di Grassi (Audi). Wie weet doet ook Jeroen Bleekemolen mee in de LM GTE Am klasse: hij staat met z’n Riley Motorsports no. 53 SRT Viper nummer 7 op de reservelijst.

5. Er is ruimte voor bijzondere, innovatieve projecten

Het competitieve Le Mans-veld bestond jarenlang uit 55 auto’s. In 2012 introduceerde Le Mans-organisator Aco in de vorm van ‘Garage 56’ een extra plek aan de start. Garage 56 is bedoeld voor bijzondere, innovatieve projecten die tijdens de 24 uur van Le Mans op de proef kunnen worden gesteld. Dit jaar neemt de Fransman Frederic Sausset de honneurs waar. Sausset moest vier jaar terug z’n armen en benen laten amputeren door een bacteriële infectie, maar wil met behulp van een speciaal ontworpen systeem toch deelnemen aan de 24 uur van Le Mans. De Fransman bestuurt z’n Morgan met een prothese aan zijn rechterarm en bedient het gas-en rempedaal met een speciaal systeem onder zijn dijen. Elfvoudig Le Mans-deelnemer Christophe Tinseau fungeert als de instructeur van Sausset. Deze maand doet hij in z’n aangepaste LMP2-bolide alvast mee aan de eerste ELMS-race in Silverstone om zichzelf voor te bereiden op Le Mans. Wij gunnen ‘m een hoge eindpositie tijdens de 24 uur van Le Mans.

6. Het is de oudste, grootste én langste race

Er komen zo’n 300.000 toeschouwers op af, er zijn 2500 journalisten aanwezig en bijna 200 miljoen mensen volgen de race live op tv. Daarmee is de 24 uur van Le Mans niet alleen het oudste, maar ook het grootste jaarlijkse sportevenement van Europa. De wedstrijd wordt gereden op het Circuit de la Sarthe, een semipermanent circuit dat gebruik maakt van de lokale wegen, 38 bochten telt en in z’n huidige configuratie zo’n 13,5 kilometer lang is, waarmee het een van de langste circuits ter wereld is. Bijzonder is dat er in vier klassen tegelijk wordt geracet. Met 22 deelnemers is de LMP2 klasse dit jaar de grootste. De LM P1 klasse is de kleinste met 9 wagens, terwijl de beide GT klassen ieder 14 deelnemers tellen. Dit zijn de klassen waar het echte knalwerk plaatsvindt tijdens de 24-uursrace. Ford brengt exact vijftig jaar na hun eerste overwinning maar liefst 4 gloednieuwe GT’s mee naar Le Mans, Ferrari start met de nieuwe 488 GTE. En dan hebben we in deze klasse ook nog Porsche, Corvette en Aston Martin.

7. Er is méér dan alleen de race

De 24-uursrace is het belangrijkste, maar zeker niet het enige leuke onderdeel van de 24 uur van Le Mans. Het festijn begint al op de maandag en dinsdag voor de race met een keuring van alle auto’s op een plein in het oude centrum van de stad. Net als de test die in mei plaatsvindt, trekt de keuring jaarlijks tienduizenden toeschouwers. Op woensdag en donderdag worden van 7:00 uur ‘s avonds tot middernacht de kwalificatiesessies verreden die de startopstelling bepalen. Op de vrijdag, een rustdag in de mallemolen die de 24 uur van Le Mans heet, worden alle coureurs aan het eind van de middag op oude auto’s door het centrum van de stad gereden. Deze parade trekt zo’n 60.000 mensen en gaat gepaard met live muziek, bier en gezelligheid. Na een warming-up op zaterdagochtend, de klassiekerrace en allerhande festiviteiten op de starting grid gaat de 24 uur van Le Mans traditioneel om 15:00 uur van start.

8. Er is een kermis met een grote K

Als petrolhead krijg je natuurlijk nooit genoeg van de geur van verbrand rubber en de jankbrullende geluiden (eat your heart out, Formule 1!) die uit de auto’s komen. Maar stel hè, dat je de zinnen na een uur of 10 langs de baan tóch even wilt verzetten, dan is daar de authentieke kermis die op loopafstand van het circuit ligt. Authentiek betekent in dit geval dat de kermis sinds de bouw in 1970 op het oog geen enkel onderhoud meer heeft gehad, wat ervoor zorgt dat de adrenaline tijdens een rit in de Wilde Maus – een kleine, krakkemikkige achtbaan waarin je alle kanten wordt opgeslingerd – op volle kracht door je bloed wordt gepompt. Extra voordeel: je bent weer helemáál over je slaap heen en loopt op de terugweg naar het circuit langs de camping, waar je behalve metershoog opgestapelde bierblikken en fikkende barbecues ook de meest eclectische autoverzameling auto’s ooit aantreft. Denk: een Land Rover met een daktent, een verlaagde Golf GTI, een Aston Martin V8 Vantage. Wil je zelf een keer proberen hoe dat is, overnachten op een van de campings rondom het circuit? Reserveer dan in januari alvast je plekje voor de 24 uur van Le Mans in 2017. De plaatsen zijn meestal in no-time volgeboekt.

(Beeld: Porsche Newsroom)