Lotus heeft aangekondigd dat ze, zoals veel automerken, volledig elektrisch gaan. Dit is hun allerlaatste model met benzinemotor: de Lotus Emira. En ze hebben er werk van gemaakt…
Niet alle kleine sportauto’s brengen ons het hoofd op hol. Soms zijn ze krap en oncomfortabel, of niet zo spannend om te rijden als je zou verwachten. Voor Lotussen uit het recente verleden gold vaak het eerste, maar zelden het tweede. Met de Emira heeft het merk zijn recept voor dartelende rijmagie samengevoegd met een mate van comfort die in 2023 hoort bij een auto van anderhalve euroton.
Lotus Emira concurreert met Porsche
Nu Lotus elektrisch wordt – de imposante Eletre SUV is hun eerste wapenfeit – en ze aan hun favoriete concept van klein-tweezittertje-met-middenmotor een nieuwe invulling moeten geven, komen ze eerst met een rake uitsmijter. De Emira moet een serieuze tegenstrever zijn van de snellere varianten van de Porsche 718 Cayman en biedt heerlijke prestaties en een snaarstrak uiterlijk dat leunt op dat van de Evija-hypercar.
Weg is het Spartaanse. Onze testauto, een V6 First Edition (op termijn komt er ook een betaalbaardere viercilinder), heeft CarPlay, KEF-audio, een achteruitrijcamera en verwarmde stoelen met geheugen. Het interieur is fraai afgewerkt en geeft je een gepast luxegevoel.
V6 in je nek
Toch is meteen duidelijk dat het opnieuw het rijden is dat op het allerhoogste plan staat: je krijgt een handgeschakelde zesbak met aluminium pook, een alcantara stuurtje en achter je hoofd die rasperige, 405 pk sterke supercharged V6, waarvan je het gasklepmechanisme in de binnenspiegel ziet bewegen.
De Emira gaat van 0 naar 100 in 4,3 seconden met zoveel delicate sensaties en auditief geweld dat je meteen aan ’m verknocht bent. De compressor huilt in je oor, de pook klikklakt in je hand en je richt het gevoelige stuurtje instinctief op de juiste plek aan de rap naderende horizon. Lotus mag nog één keer los met brandstof, en ze maken de ervaring meteen onvergetelijk.
Reacties