Hij is pas 36, maar nu al staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, een van de zwaarste portefeuilles in politiek Den Haag. En ondanks een bewogen eerste periode op die post werd hij toch gekozen tot Politicus van het Jaar. Niet slecht voor een man die in eerste instantie een koffietent in Breda wilde beginnen. JFK in gesprek met Klaas Dijkhoff.

Tekst Marcel Langedijk, fotografie Marc Deurloo

Misschien ligt het aan die volronde Brabantse tongval of de vriendelijke oogopslag, wellicht is het de vijfdagenbaard die we niet vaak zien bij politici. Feit is dat Klaas Dijkhoff een prettige uitstraling heeft. Geen standaard politicus, geen belerende, pedante meneer, maar iemand met wie je in de kroeg een biertje drinkt. Iemand met wie het goed feesten is, dat ook. Een gezellige kerel, een relaxte vogel, een toffe peer. Iemand zoals wij, zeg maar.

Evenzogoed is hij wel degelijk staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, zeggen we netjes u tegen hem, drinken we koffie met hem in plaats van bier en zitten we niet met hem in een kroeg maar in zijn werkkamer-met-fraai-uitzicht, hartje Den Haag. Hij is ambitieus, Klaas Dijkhoff, en dat leverde hem tot nu toe een alleszins flitsende carrière op. De VVD’er is pas 36 en nu al staatssecretaris met een van de zwaarste en meest uitgebreide portefeuilles van politiek Den Haag.

Een functie die hij in 2015 overnam van Fred Teeven, waarna hij mede door de vluchtelingencrisis direct in het diepe werd gegooid. We zijn er nog niet, zegt hij over het migratieprobleem, maar hij is blij met wat hij in de anderhalf jaar dat hij er zit heeft bereikt. Hij is niet de enige: Dijkhoff werd vorig jaar door de parlementaire pers uitgeroepen tot politicus van het jaar. Gezien de omstandigheden geen slecht jaar voor de jonge bewindsman.

Politicus van het jaar, de vluchtelingencrisis, zo’n zware portefeuille… Heeft u het afgelopen jaar wel eens gedacht: dit gaat te snel?
“Toen ik tot politicus van het jaar werd uitgeroepen, was mijn eerste reactie: het kan volgend jaar alleen maar minder worden (lacht). Daarnaast was het natuurlijk de vraag of het allemaal zou gaan lukken op zo’n nieuwe plek. Ik kwam hier bovendien omdat Teeven moest aftreden. Dat is vervelend, niet in de laatste plaats voor hemzelf.

Het was geen natuurlijk moment, dus moet je er eerder staan, direct een vaste waarde zijn. En dan komt er ook nog een crisis overheen en een Europees voorzitterschap. Dan weet je dat je aan de bak kunt. Maar als je denkt dat je het niet aan kunt, moet je die functie niet aannemen.”

Uw takenpakket is inderdaad op zijn zachtst gezegd nogal breed.
“Het is veel, ja, en dus moet je ervoor waken dat je niet van dingetje naar dingetje rent. Er is meer werk dan je af kunt krijgen, dus je moet nadenken over je grenzen. Er moet ook tijd overblijven om tot nieuwe ideeën te komen.”

Hoe gaat dat, tot dusver?
“Goed, beter dan in het begin. Ik moest eerst grip krijgen op alles, de zaken doorgronden, zodat ik prioriteiten kon stellen. Dat was best lastig, middenin de vluchtelingencrisis.”

Was u nooit bang dat het u boven het hoofd zou groeien?
“Ja, maar daar heb ik iets aan gedaan. Het is niet echt Haags om zoiets toe te geven, maar ik vind het een ouderwets idee dat niemand mag weten dat het heel veel werk is. Ik vind het niet slim om net zo lang door te gaan tot er iets gruwelijk mis gaat. Dus ik heb uiteindelijk tegen de minister gezegd: ‘Dit gaat ‘m zo niet worden.’ We hebben een herschikking kunnen vinden, waardoor het behapbaar is gebleven; ik heb een aantal zaken overgedragen.”

Een lastige beslissing, lijkt me.
“Ja, je moet toch naar de minister om aan te geven dat het niet verstandig is om zo door te gaan. Dat is niet alledaags. Maar ik ben nu eenmaal geen supermens en ik wil mijn werk goed kunnen doen.”

Terugkijkend op die eerste anderhalf jaar als staatssecretaris: bent u tevreden met uw asielbeleid?
“Het is een ingewikkelde crisis vanwege de praktische problemen – er komen heel veel mensen tegelijkertijd. En we kunnen uit idealisme wel roepen dat we iedereen moeten helpen, maar dat kan gewoonweg niet. Vanwege de praktische bezwaren, maar ook vanwege de beperktheid waarin de samenleving bereid is mensen hier op te vangen.

Alle landen moeten daardoor een nieuwe verhouding zien te vinden tot het migratievraagstuk. Gelukkig komt daar nu meer eensgezindheid in, we durven nu te zeggen dat we de mensen niet alleen in Europa kunnen opvangen. Vorig jaar was het echt nog een pandemonium, maar ik hoop dat we het ergste gehad hebben. We hebben meer grip op de situatie, maar we hebben nog een hoop te doen.”

Heeft het feit dat een grote groep Nederlanders zo heftig reageerde u angstiger gemaakt? Uw huis werd zelfs tijdelijk beveiligd…
“Ik was een tijd wat oplettender. Bij dit werk komen bepaalde, vervelende aspecten kijken, dat hoort erbij. Het is alleen frustrerend en irritant dat je het niet bij je omgeving weg kunt houden. Als ik thuis ben, wil ik thuis zijn, samen met mijn vriendin. Dan ben ik niet meer in functie. Maar zo werkt het dus niet. Ik kan werk en privé wel gescheiden willen houden, anderen hebben daar een andere mening over. Dat je dat niet weg kunt houden voor je vriendin en familie, dat is het vervelendste.”

‘Als je denkt dat je het niet aan kunt, moet je die functie niet aannemen’

Heeft de politiek u veranderd?
“Ik heb minder privacy, dus ik ben bewuster op dat gebied: ik waardeer mijn privacy – of wat daar van over is – heel erg. Tegelijkertijd geef ik dit interview, dus ik doe er ook weer niet álles aan om het privé te houden. Ik doet dat omdat ik vind dat je niet alleen met het Journaal moet praten over het nieuws van de dag.

Het is handig om uit te leggen waaróm je dingen doet, want je doet dit vak met je volledige persoonlijkheid. Dus moet je transparant zijn. Je kunt het volk niet alleen in een brief mededelen dat we als kabinet iets hebben besloten; mensen willen inzicht krijgen in de drijfveren van hun bestuurders, waarom wij dingen doen, wat voor types we zijn.

We moeten hun vertrouwen winnen, zodat ze ons het landsbestuur toevertrouwen. Dat wil niet zeggen dat ik mee zou doen aan Waku Waku, als dat nog had bestaan (lacht). Maar of het mij echt veranderd heeft… Ik heb niet het idee dat ik mezelf geweld aan het doen ben. Anders zou ik ermee stoppen.”

U bent uitgeroepen tot meest sexy politicus van het land. Is dat handig, in uw vak?
Lachend: “In Washington noemen ze politiek ‘showbizz voor lelijke mensen’. Zo zie ik het ook; het is een relatieve waardering binnen mijn beroepsgroep, je moet er niet meer van maken dan het is en er zeker niet in gaan geloven. Het is hilarisch en er worden natuurlijk grappen over gemaakt, maar je moet nooit vergeten waar het echt om draait.

We moeten geen mensen aannemen omdat ze veel media-aandacht genereren. Stel je voor dat je wél die Meest Sexy Politicus-titel hebt, maar dat het je inhoudelijk niet gelukt is een stempel te drukken. Ik denk dat het dan heel erg vervelend is.”

Maar toch. Macht erotiseert.
“Als jullie stoppen met photoshoppen, houdt dat vrij snel op, denk ik (lacht). Macht krijgt aandacht, dat is het. En er was ooit een tijd dat als mensen iets goed konden ze daarmee aandacht kregen. Nu zijn er personen die aandacht trekken en daardoor aandacht krijgen, mensen die bekend zijn van het bekend zijn. Dat is een vak geworden.

Op het moment dat dat met politici ook gaat gebeuren, lijkt me dat heel ongezond voor het landsbestuur. Het blijft een vak, een ambacht, met verantwoordelijkheden. Of klink ik nu heel bejaard?”

Ben u ijdel?
“Ja, natuurlijk, iedereen is ijdel. Het is volgens mij juist ijdel om te zeggen dat je het niet bent. En door dit vak word je zelfbewuster. Als het enige beeld van jezelf dat je ziet een blik in de spiegel is, ’s ochtends, dan is dat anders dan wanneer je vaak op de foto moet of voor een camera staat.

Tv-programma’’s terugkijken is verstandig omdat ik dan kan zien wat er beter kan, maar als je dat zes keer terug gaat zitten kijken, dan ben je te ijdel. Je moet het binnen de perken houden. Ik kijk programma’s trouwens altijd terug op m’n iPhone, niet op de grote tv. Ik hoef mezelf niet in HD op dat formaat terug te zien.”

Bent u merkvast, als het op kleding aan komt?
“Ik ben er een beetje uitgegroeid, het hebben van favoriete merken. Ik let wel op een goede pasvorm, op wat prettig zit, maar het is allemaal wat minder geworden, ook omdat ik er geen tijd meer voor heb.”

Heeft u wel tijd voor een relatie?
“Ja, dat heb ik wel. Die tijd moet je maken.”

Hoe beziet uw vriendin uw carrière en de hoeveelheid werk die dat met zich meebrengt?
“Ze vindt het prima, omdat ik het leuk vind. Ze kickt er niet op, gelukkig, op mijn werk, ze is geen politieke groupie (lacht). Als ik iets anders wil gaan doen, vindt zij dat ook oké. Ze is zelf ook met heel andere dingen bezig, dus het gaat thuis niet de hele tijd over mijn werk. Nou ja, het gaat er wel over, maar net zoveel als het over haar werk gaat. Ze steunt mij, om wie ik ben, niet om de baan die ik heb.

Thuis probeer ik ook echt thuis te zijn. Daarom woon ik in Breda, niet in Den Haag. Onderweg naar huis, in de auto, kan ik nog werken, thuis doe ik vervolgens zo weinig mogelijk. Maar mijn vriendin werkt ook veel en het kan af en toe best voorkomen dat ik denk dat we even gezellig op de bank kunnen zitten, maar dat zij toch iets moet afmaken.”

Heeft u nooit de indruk dat u de posterboy bent van de VVD?
“Als ze me alleen hadden gezien als een prettig gezicht, dan hadden ze me niet zo’n zware portefeuille gegeven. Dus nee, dat denk ik niet. Ze hebben gekeken naar wat ik kon, niet naar hoe ik eruit zie.”

Voor alle mensen die kijken naar House Of Cards: is de Nederlandse politiek net zo verdorven als in die serie?
“Ik heb niet het vermoeden dat er collega’s zijn die net als Kevin Spacey in House Of Cards een journalist voor de metro zullen duwen. Al was het maar omdat we hier geen metro’s hebben, in Den Haag, dat scheelt (lacht). Ik heb wél net zo’n roeiapparaat als hij gekocht, dat is dus verdacht, maar het is puur om enigszins in vorm te blijven. Dus nee, het is gedramatiseerd.”

‘Ik hoef mezelf niet in HD op dat formaat terug te zien’

Snapt u dat mensen zo denken over politici, alleen al vanwege het gedoe rond uw voorganger?
“Het is dubbel… Je kunt hier invloed hebben, er zijn machtsposities, dus door de eeuwen heen zijn er dingen gebeurd die niet supernetjes zijn. Maar soms zijn dingen gewoon toeval of ronduit knullig. Dat krijg je alleen niet meer uitgelegd, terwijl het wel écht zo is. Zo’’n serie is briljant gescript, overal zit een gedachte achter, maar de werkelijkheid is toch echt een stuk knulliger.

In gesprekken met vrienden merk ik vaak dat het op hun werk vaak net zo politiek is als bij ons, alleen bij ons staan er zes camera’s op. Het is hier dus eigenlijk moeilijker om een streek te leveren dan ergens anders. Het risico van zo’n serie is wel dat mensen denken dat we hier echt briljant zijn en overal diep over nagedacht hebben, dat overal iets achter gezocht wordt; wie heeft dat bedacht, hoe is het tot stand gekomen? Niet alles is briljant uitgedacht.”

In het bedrijfsleven kan iemand als u veel meer geld verdienen. Ooit over getwijfeld?
“Voordat ik met politiek bezig was, had ik het plan een koffietent te openen, samen met een vriend van mij. Dit was in 2008, dus voordat er op elke hoek van de straat eentje zat. We hadden het businessplan al uitgeschreven. Uiteindelijk ging de beoogde locatie niet door, kwam de politiek langs en rolde ik van het een in het ander.

Ik heb een bepaalde blik op de samenleving, daar houd ik me mee bezig en daar heeft de overheid een grote rol in. Maar veel bedrijven hebben ook grote invloed. Als WhatsApp plat ligt, gaan meer mensen uit hun dak dan wanneer er een overheidssite niet werkt. Ik zou me in het bedrijfsleven ook thuis kunnen voelen binnen een bedrijf dat meehelpt de maatschappij vorm te geven. Die zijn er meer en meer.

En ja, ik heb me laten vertellen dat ons salaris niet echt marktconform is, maar zo kijk ik er niet naar, daarom heb ik dit vak niet gekozen.”

Moet je een beetje gek zijn om dit vak te kiezen?
“Dat vraag ik me af en toe wel af, ja. Je moet een bepaalde drive hebben en het zijn enorm moeilijke puzzels waar je mee te maken krijgt. Als je van dat soort puzzels geen energie krijgt, moet je er niet aan beginnen.”

Wanneer wordt u premier?
“Dat staat niet bovenaan mijn lijst (lacht). Misschien, ooit, als ik oud ben. Ik heb sowieso geen ambitie als het op functies aankomt, maar ik vraag me bij deze functie helemaal af of ik nog een goede balans tussen werk en privé zou kunnen vinden. Ik wil niet mijn hele leven opzij zetten. Ik kan me namelijk niet voorstellen dat ik later op mijn sterfbed zal denken: ik ben écht te weinig op kantoor geweest.

Advertentie

Reacties

Meer
Advertentie