Met de biopic Ferrari zoomt filmmaker Michael Mann in op een interessante periode uit het leven van Enzo Ferrari. En hoewel hij daarbij veel oog voor detail toont, hinken we tóch op twee benen als we een oordeel moeten vellen. Want waar gaat de film Ferrari nu écht over? Over auto’s? Of over Enzo?
Het Ferrari van de late jaren ’50 is niet het Ferrari dat we nu kennen. Ja, er hangt een zekere mythische sluier over het Italiaanse automerk, maar tegelijk stevent het af op een faillissement. En ook het persoonlijk leven van Enzo (gespeeld door Adam Driver) is een puinhoop.
Zijn huwelijk met Laura (Penélope Cruz) staat op klappen en tot overmaat van ramp overlijdt hun zoon Dino. Ondertussen heeft Enzo al jarenlang een innige affaire met Lina Lardi (Shailene Woodley), met wie hij heimelijk ook zoontje Piero heeft.
Om zijn bedrijf te redden besluit Enzo – voor wie Ferrari meer om racen draait dan om auto’s verkopen – dat hij de Mille Miglia moet winnen. Lukt dat, dan stromen de orders vanzelf weer binnen en kunnen de rekeningen worden betaald, zo redeneert Enzo.
Adam Driver als Enzo Ferrari
Vooropgesteld: Driver speelt een sterke rol als Enzo. Streng, hard, rechtlijning en bij vlagen overdreven masculien. Maar in scènes met zijn Lina en hun zoontje Piero ook zacht. En wanneer hij in z’n eentje het graf van overleden zoontje Dino bezoekt opvallend emotioneel en kwetsbaar.
Ook Cruz overtuigt als Laura Ferrari. Ze wordt verscheurd door verdriet om het verlies van Dino en haar wankele huwelijk met Enzo. Ze is overduidelijk getormenteerd en verward en haar diepe liefde voor Enzo is een gigantische sta-in-de-weg in haar leven. Bij deze willen we ook even applaudisseren voor het Italiaanse accent van Cruz. Ze is misschien wel de enige acteur in de film die ‘m onder de knie krijgt.
De auto’s in de film Ferrari
Maar zijn we hier voor de perikelen van Enzo? Of zijn we hier voor de auto’s. Dat antwoord mag duidelijk zijn. Auto’s! Michael Mann heeft de auto’s in zijn film zorgvuldig geselecteerd. Of het nu de Peugeot 403 is waarmee Enzo naar zijn werk rijdt, of de Alfa Romeo Giulietta waarin Laura wordt gechauffeerd. Alles klopt.
De klassieke Ferrari’s waarmee in de film wordt geracet, zijn zorgvuldig gebouwde replica’s. Er werd immers flink hard worden gereden met de auto’s, zonder dat de coureurs daarmee in gevaar gebracht zouden worden. Daarnaast is de auto waarmee Alfonso de Portago meerijdt in de Mille Miglia, een Ferrari 335S, veel te zeldzaam en duur om écht in te zetten. Er werden er namelijk slechts vier van gebouwd, in goede staat is-ie zo’n 36 miljoen dollar waard.
Ziet het racen in de film er waarheidsgetrouw uit? Nee, natuurlijk niet. Een versnelling is namelijk geen magische manier om ineens knalhard voorbij je voorganger te kunnen stuiven op het rechte eind. En met zijn tweeën strak haarspeldbochten door is ook niet echt hoe het in het echt gebeurt.
Toch: dit soort auto’s over Italiaanse landweggetjes en door kleine straatjes zien knallen, da’s een feest. De camerastandpunten die Mann en co hebben gekozen, zowel in als naast de auto’s, zijn prachtig. Misschien nog wel mooier dan het zíen gebeuren, is het hóren gebeuren. Want het geluid dat die racende Ferrari’s en Maserati’s produceren is werkelijk fe-no-me-naal.
Kritiek op de film
We kunnen er niet omheen om een aantal punten van totale visuele armoe aan te duiden. Zonder teveel te willen spoilen: er zit een aantal crashes in de film en minstens de helft daarvan komt eerder over als slapstick dan als serieuze aangelegenheid. Lachwekkend, in plaats van huiveringwekkend. En da’s jammer, want hier had echt meer in gezeten.
Een andere crash is dan weer het tegenovergestelde van lachwekkend en daar waren we, mede door de opmaat, dan weer helemaal niet op voorbereid. De grap is: juist dit is het punt waarop Mann ervoor heeft gekozen om wél visuele effecten in te zetten in plaats van praktische effecten. De verhouding tussen die twee lijkt een beetje zoek, waardoor de crashes teveel in uitersten worden uitgedrukt: hilarisch onrealistisch versus ronduit goor.
Conclusie
Als we heel eerlijk zijn is balans sowieso een sleutelwoord als we deze film moeten beoordelen. Enerzijds lijkt het een film die sterk focust op de karakterontwikkeling van Enzo Ferrari. Anderzijds ligt de nadruk heel duidelijk op het racen. Misschien was het beter geweest om één van die twee een hoofdrol te geven, in plaats van twee bijrollen proberen samen te smelten tot één hoofdlijn.
Maakt dat de film Ferrari een slechte film? Nee, daarmee zouden we de acteerprestaties van Driver, Cruz en co tekort doen. En de heerlijke cameravoering ondermijnen. Zie Ferrari liever als een fijne wegkijker, in plaats van een epos waarin je jezelf eindeloos verliest.
Ferrari draait vanaf 25 januari in de bioscoop.
Reacties