Vroeger was alles beter, zeggen ze dan. Wie terugdenkt aan de draagbare muziekspelers van weleer, weet dat die uitdrukking je reinste onzin is. Vroeger was alles vooral groter. En onhandiger.

Heel vroeger moest je bandjes meenemen voor in je Walkman, een decennium later pakte je je Discman. En nog weer later reed je op je fietsje naar de Blokker. Om daar de inhoud van je spaarpot om te wisselen voor een USB-stick vormige MP3-speler waarop je drie liedjes kon zetten.

Maar: je kon er wel meisjes mee regelen. Want niets was romantischer dan samen een koptelefoontje delen om naar de nieuwe track van Ali B en Brace te luisteren. Maak je op voor een portie gezonde nostalgie. Dit zijn de muziekspelers waartoe je jarenlang was veroordeeld. Tot de mobieltjes het overnamen.

Walkman

De Walkman van Sony gaf het startschot voor het tijdperk van de draagbare muziekspeler. Jarenlang liepen mensen met een cassettespeler, geclipt aan de broek. Bij zo’n Walkman droeg je een tamelijk lullig uitziende koptelefoon. In feite niet meer dan twee oorschelpen, bij elkaar gehouden door een halfrond gevormde ijzeren strip. Als je pech had, waren de kussentjes van de oorschelpen oranje. Kleine noot: Philips was eigenlijk eerder met het maken van een draagbare cassettespeler.

Discman

De komst van de cd leek een vooruitgang – en qua geluidsdrager was dat ook zo – maar was voor de liefhebbers van draagbare muziekspelers een kleine tegenvaller. Niet in de laatste plaats omdat een discman wat groter en lomper was dan een cassettespeler. En schokgevoeliger, ook dat nog. Een stoeprandje pakken op de fiets resulteerde vaak genoeg in een cd die oversloeg. Niet al te best voor je apparaat.

Discman, maar dan mét anti-shock

Gelukkig had ‘de industrie’ dit ook door en dus werd de Discman met anti-shock uitgevonden. Niet alleen een manier om consumenten dezelfde apparatuur nog eens te kopen, maar ook ideaal voor iedereen die ook cd’s wilde luisteren tijdens het lopen. De meeste discmans claimden hun schokbestendigheid in seconden. Stond je langer dan 45 seconden – we noemen maar iets – te springen, dan sloeg ‘ie alsnog over.

muziekspelers

MP3-speler

Iedereen in de klas had er waarschijnlijk eentje: een uit de kluiten gewassen USB-stick met wat knoppen en een slechtverlicht éénregelig display. De eerste MP3-spelers waren wat karig, om nog maar te zwijgen over de schamele opslagkwaliteit. Maar je hoorde er niet bij als je er geen had. Je kocht ze bij voorkeur bij de Blokker. Voor veel te veel geld, achteraf beredeneerd.

Minidisc

Weer een uitvinding van Sony die de wereld verbeterde. De Minidisc-speler was kleiner dan een Discman, je kon MP3’tjes op je Minidisc zetten via je computer én je kon je Minidisc ook in een speciale Sony-stereotoren afspelen. Zodat je on the go van je nieuwste MP3’tjes kon genieten, maar ook thuis.

iPod

De iPod is eigenlijk niets meer dan een ordinaire MP3-speler, maar dan nog duurder. En toch breekt ‘ie de muziekmarkt compleet open. Je kocht digitale muziekalbums via iTunes, laadde die vervolgens op je revolutionaire Apple-product. De latere iPod Video gaf je daar bovenop ook nog de mogelijkheid om films op je iPod te zetten.

muziekspelers

iPod Nano

Dit was een evolutie van de iPod. De muziekspeler werd kleiner, kreeg een kleurenscherm en de opslagcapaciteit nam toe. Als je deze had, dan was je ervan verzekerd dat iedereen jaloers was. Een échte iPod was immers een duur ding en daardoor lang niet voor iedereen bereikbaar. Soepeltjes het volume harder en zachter zetten door over de ringvormige knop te aaien liet alle meisjes in katzwijm vallen.

Reacties

Meer

Meer van JFK