In iedere editie van JFK vind je de column van Eus, oftewel, een persoonlijke bijdrage van schrijver Özcan Akyol. En uiteraard verschijnt die column ook hier, online.
Heel gangster is het niet, daar gaat mijn street credibility, maar in de maand december, toen iedereen in ons gezin was gevloerd door de griep, heb ik samen met mijn vriendin naar de serie Emily in Paris gekeken. Ik was meteen verkocht. En dat kwam niet alleen door het springerige annex wulpse hoofdpersonage Lily Collins.
Het ging me vooral, met de kennis van nu, om de wijze waarop mode en marketing in beeld werden gebracht, een tikkeltje kluchtig en tegelijkertijd ontzettend waarheidsgetrouw. Want ik kan uit ervaring vertellen dat de wereld van de televisie, de kranten en de literatuur banaal is.
In diezelfde periode, terwijl iedereen in een hoek van de bank lag te verteren, merkte ik aan mezelf dat ik een afwijking kreeg: ik begon elke avond kleding te kopen op allerlei sites, meestal van modehuizen die in Nederland niet heel mainstream zijn.
Geen zichtbare merken
Dat moet ik misschien uitleggen. Voor mijn werk, op de televisie of tijdens literaire optredens, wordt me aangeraden om me representatief te kleden, wat in de praktijk betekent: heel degelijk en het liefst onopvallend. Merken mogen niet zichtbaar zijn. Maar privé ben ik nogal van de urban streetwear én van de modehuizen die in mijn werkzame omgeving als ordinair worden beschouwd, dan kun je denken aan Gucci of Burberry. Ik leid op het gebied van fashion dus een dubbelleven.
Hoe dan ook, ik kocht van alles, sneakers van Supreme en een jas van Dolce & Gabbana, elke keer kreeg ik een lekker gevoel na zo’n aanschaf. Ik dacht zelf dat ik mijn slechte jeugd aan het compenseren was. Toen haalden we onze kleding namelijk in de kring-loopwinkel.
Het zat toch nét wat anders. In één aflevering van Emily in Paris vraagt de hoofdpersoon aan haar baas in een winkel of ze misschien aan retail therapy doet. Ik kende de term niet, zocht hem meteen op en er bleken allerlei stukken over te bestaan, vooral in het Engels.
Spullen kopen tegen stress
Waar het op neerkomt: wie stress heeft, spanning voelt, of ongelukkig is, kan spullen kopen en dat levert kortstondig een gevoel van geluk op. Tot mijn grote verbazing bleek deze theorie ook nog eens wetenschappelijk bewezen.
Vanaf dat moment struinde ik allerlei obscure websites af, op zoek naar mooie outfits die ik vermoedelijk alleen in en rond het huis zou kunnen dragen. Het maakte niet uit. Elke keer voelde ik me weer een stuk beter.
Als mijn vriendin tegenwoordig over de massa kleding in huis klaagt, leg ik haar uit dat het therapeutisch is, een ideaal alibi. En dat allemaal dankzij Emily.
Reacties