De altijd sympathieke dj La Fuente zoekt zijn heil niet in drank en drugs. In het nieuwe nummer van JFK vertelt hij dat hij teveel controlfreak is om de teugels te laten vieren. ‘Ik verdwijn op het podium in mijn eigen wereld. Dat werkt voor mij verslavend.’
Uit de band springen om succes te vieren, doet La Fuente hoogstzelden. ‘Veel te weinig’, erkent hij. Job Smeltzer, zoals dj La Fuente eigenlijk heet, draaide op zijn zestiende al op bruiloftsfeesten. Die verantwoordelijkheid nam hij bloedserieus en dat doet hij nu nog steeds.
‘Ik heb nog nooit een druppel alcohol gedronken. Geen sigaret, geen drugs, geen niks. Ik krijg zo’n high van het draaien, zo’n high van de rollercoaster waar we in zitten, dat ik denk dat dát voor mij the way to go is.’
La Fuente houdt van controle
Hij is naar eigen zeggen een controlfreak. ‘Ik hou van controle. Ik hou van de touwtjes in handen hebben en ik denk dat het voor mij lichamelijk ook veel goed doet. Als je driehonderd shows per jaar doet, zorg je dat je fit bent om die shows maximaal te rocken. Daar is mijn leven omheen gebouwd en ook de keuzes die ik maak qua voeding. Ik ga er vol voor.’
Op het podium kost het hem weinig moeite om helemaal op te gaan in het moment. ‘Ik verdwijn op het podium in mijn eigen wereld. Dat werkt voor mij verslavend en geeft mij voldoening. Er zijn ook gewoon 25 mensen die afhankelijk zijn van mij qua werk. Ik kan me voorstellen dat sommige collega’s wel eens in de verleiding komen om een drankje te nemen om even los te komen of te ontspannen omdat je de hele tijd in de picture staat. Ieder doet dat op z’n eigen manier, maar dit is mijn manier en die bevalt heel goed.’
Hits componeren in de auto
In navolging van ‘I Want You’ werd La Fuente gevraagd om, samen met André Rieu, de Grand Prix van Zandvoort te openen. Hiervoor componeerde hij het themanummer ‘Lights Out’. ‘Je wordt in één keer zichtbaarder voor mensen’, zo merkt hij. Creativiteit slaat ondertussen op de gekste momenten toe. Gelukkig heeft Job altijd zijn telefoon bij de hand.
‘De meeste muziek maak ik in mijn auto’, legt hij uit. Hij vertelt dat hij veel muzikale ideeën inzingt als voicenotes op zijn telefoon. ‘Daar staan de grootste hits op. Ja, mensen moeten altijd lachen, want als ik dan aan iemand iets laat horen van ‘oh, ik heb nou iets vets’ en ik laat dan een voicenote horen, dan ligt de helft van de mensen onder zijn bureaustoel van het lachen. ‘Wat is dit nou weer, joh?’ Soms luister ik het zelf terug en dan denk ik: ‘Ja, dit was ook niet zo sterk.’ Maar het is juist heel grappig. Dat werkt voor mij het beste. Het komt in je op op zo’n moment. Als je het terugluistert, denk je vaak ‘dat sloeg inderdaad nergens op’, maar ja, laat het maar 99 keer nergens op slaan en die ene keer wél. Dan heb je het goed gedaan.’
Reacties