We praten even over legendarische comebacks. Want het is vandaag de wedstrijd van het jaar voor Ajax. De Amsterdammers kunnen hun fans (en zichzelf) een legendarische avond bezorgen door in en tegen Olympique Lyon stand te houden. Vorige week baarden ze al opzien door op magistrale wijze met 4-1 in de Johan Cruijff ArenA te winnen en nu is het tijd om die voorsprong definitief over de streep te trekken en zo in Stockholm de finale van de Europa League te spelen. Een voorsprong zoals deze lijkt comfortabel, maar niets is wat het lijkt.

Het zou niet voor het eerst zijn dat een voetbalclub of -land in geslagen positie de rug recht en alsnog de winst over de streep weet te trekken. De volgende wedstrijden zijn daar het levende bewijs van.

AC Milan – Liverpool (2005)

Zeg je comeback, dan zeg je automatisch de woorden ‘Liverpool’, ‘Champions League’ en ‘Istanboel’. In 2005 spelen ze in de Turkse hoofdstad de finale van het prestigieuze toernooi tegen AC Milan. De ruststand biedt voor de Engelsen weinig hoop. De Milanezen leiden met 3-0 en niets lijkt een overwinning nog in de weg te staan. Het liep heel anders. Doelpunten van Steven Gerrard, Vladimír Šmicer en Xabi Alonso zorgen voor verlenging en penalties, die Liverpool winnend af weet te sluiten. Het ‘wonder van Istanboel’ was geboren.

FC Barcelona – Paris Saint-Germain (2017)

Nog zo’n duel waarvan je over tien jaar aan elkaar vraagt: waar was jij? De achtste finales van dit Champions League-seizoen gaan van start, maar na één wedstrijd is het al duidelijk wie een ronde verder gaat. De Parijzenaars laten Barcelona met 4-0 kansloos en de return lijkt daardoor een formaliteit. Zou je denken. In een kolkend Camp Nou presteert de Catalaanse ploeg het onmogelijke door met 6-1 te winnen. Een doelpunt van Sergi Roberto in de laatste secondes zorgt ervoor dat er voetbalgeschiedenis wordt geschreven.

Manchester United – Bayern München (1999)

Alweer een finale van het Europese hoofdtoernooi en ook in dit geval herrijst een Engelse ploeg uit de dood. Met nog drie minuten op de klok domineert Bayern München de wedstrijd en lijkt er geen vuiltje aan de lucht. Totdat de blessuretijd ingaat. Invallers Teddy Sheringham en Ole Gunnar Solskjaer draaien het duel 180 graden om, waardoor Manchester United alsnog de ‘cup met de grote oren’ in ontvangst mag nemen.

Manchester City – Queens Park Rangers (2012)

Dit keer geen Europees duel, maar een clash in de Engelse Premier League. Hoewel deze competitie normaal gesproken grossiert in schitterende goals, zijn ze deze keer extreem belangrijk. Voor het eerst in 45 jaar kon het kapitaalkrachtige Manchester City – het kleine broertje van – de landstitel pakken. Het moest op de laatste speeldag winnen van QPR. Simpel zou je zeggen, totdat ze vijf minuten voor tijd met 2-1 achter stonden. Je raadt het al: het werd alsnog 3-2. Een goal van Sergio Agüero in extremis maakte het landskampioenschap een feit.

Kroatië – Turkije (2008)

Een comeback in een voetbalwedstrijd hoeft niet altijd mooi te zijn. Soms zijn ze erg lelijk en gaan ploegen (of landen in dit geval) door het oog van de naald. Zo ook in dit geval. Tijdens het EK in Zwitserland en Oostenrijk bepalen Kroatië en Turkije wie zich mag opmaken voor de halve finale. 119 minuten lang is de partij niet om aan te gluren, totdat de Kroaten vlak voor tijd op voorsprong komen. In iedere logische wedstrijd was het gedaan, maar dan ken je de Turken nog niet. In de 122ste (!) minuut is het Semih Sentürk die zijn land langszij brengt. Het blijkt de genadeklap, want in de penaltyreeks gaat Kroatië kansloos ten onder en zijn ze uitgeschakeld.

Advertentie

Reacties

Meer
Advertentie