Cabaretier Steven Brunswijk is dagelijks bang dat het voorbij gaat. Het succes, de aandacht. ‘Het is toch een onzekere business. Dat is niet altijd makkelijk. Je moet in de picture blijven, leuke filmpjes blijven maken, altijd maar grappig zijn.’ We spraken hem voor JFK Magazine.
Het grote publiek kent je als de Braboneger. Hoe kwam je op dat idee?
‘Ik verkocht alarmsystemen aan de deur en Wayne, een Surinaamse collega van mij uit Rotterdam, zei: ‘Ik vind het zó grappig dat jij met zo’n donkere huidskleur Brabants praat.’ Toen begon ik weer slap te ouwehoeren, wat hij filmde en online zetten. Op die manier is het balletje eigenlijk gaan rollen.’
Hoe was het om van de ene op de andere dag bekend te zijn?
‘In het begin heel raar. Ik weet nog dat ik thuiskwam en mijn toenmalige vriendin zei: ‘Die belde nog, die wil je spreken, die wil iets met je doen.’ Er kwam ineens van alles op mijn pad. Dat was heel vreemd en ook moeilijk. Iedereen wilde plotseling iets van me en had een mening over me. Dat was vrij confronterend.’
Werd je daar onzeker van?
‘Ja. Mijn eerste impuls was: overal op reageren, zodat ik iedereen kon laten weten dat sommige opmerkingen niet klopten. Er was bijvoorbeeld iemand die onder mijn filmpjes zei: ‘Dat is zeker een simpele accountmanager buitendienst met een bruto salaris van 1500 euro per maand.’ Heel denigrerend, dus daar reageerde ik dan op. Maar je kunt niet álles bijhouden.’
Vind je jezelf grappig?
‘Nee. Ik vind mezelf helemaal niet zo grappig. Het zijn anderen die zeggen dat ik grappig ben. Ik ben dagelijks bang dat dit voorbij gaat. Het succes, de aandacht. Het is toch een onzekere business. Dat is niet altijd makkelijk. Je moet in de picture blijven, leuke filmpjes blijven maken, altijd maar grappig zijn.
Was het stiekem wel een droom om cabaretier te worden?
‘Nee. Dat idee ontstond pas nadat Wayne m’n filmpjes online had gezet. Ik heb wel altijd gezegd dat ik voor m’n 35e m’n eigen business wilde hebben. Met werkgevers heb ik altijd problemen gehad. Ik wilde eigen baas zijn, maakte niet echt uit waarin, maar dat was mijn wens. En dat is gelukt.’
Wat is het belangrijkste dat je hebt bereikt?
‘Ik maak mensen alert op dingen die eigenlijk heel raar zijn. Laatst kreeg ik bijvoorbeeld een mail van een 70-jarige man die schreef: ‘Jij hebt tijdens je show mijn ogen geopend, ik wist niet dat je er ook op deze manier naar kon kijken.’ Hij doelde daarmee op wat simpele voorbeelden die ik tijdens m’n voorstelling geef, bijvoorbeeld dat de aap de enige is die in The Lion King met Surinaams accent praat. Dat is op zich geen probleem, maar als ik zeg tegen mensen dat het toch gek is dat alleen die aap met een Surinaams accent praat, dan zeggen zij: ‘Nee hoor, je overdrijft, dat accent past wel bij die aap.’ Dat betekent dat mensen het normaal vinden dat een Surinaams accent bij een aap past. Dat is toch gek?’
Zie jij het als je plicht om deze problematiek aan te kaarten?
‘Ik wil absoluut niet met het vingertje wijzen. Maar ik wil wel iets in gang zetten. Laatst kwam er na een show in Rosmalen een stelletje naar me toe: ‘Wauw, ik heb het nooit zo bekeken man, als blanke gast met een blanke vriendin. Wij bekijken de wereld op een andere manier, de dingen die jij vertelt, daar stonden we nooit bij stil.’ Ik wijs mensen op bepaalde patronen, routines en denkwijzen waar ze zichzelf misschien helemaal niet van bewust zijn. Daarmee laat ik denk ik meer mensen inzien dat donker zijn in Nederland soms een nadeel is dan wanneer je dat heel activistisch brengt.’
Heb jij er veel last van gehad in je leven?
‘Ik ben niet iemand die daarover loopt te janken, maar ik word in mijn auto een stuk vaker staande gehouden dan een blank iemand. Als jij als donkere man een mooie auto hebt, dan ben je de klos.’
Hoe voel jij je als je voor de zoveelste keer wordt aangehouden?
‘Ik word niet boos, want het is eigenlijk alleen maar sneu voor die agenten in kwestie. Zij laten zich blijkbaar leiden door xenofobie, onwetendheid en stupiditeit. Dat is vrij triest. Voor hen dus. Het doet mij niks.’
Komt deze thematiek ook terug in de voorstelling waar je nu aan schrijft?
‘Nee, die gaat over mannen tegen vrouwen. De eeuwige discussie. Wie is er beter? Wie kan er meer? Er komt sowieso een heel stuk in over vrouwenvoetbal. Ik heb het gezien, en het ziet er niet uit. Dat is niet erg, ik ben een Nederlander en vind het supermooi om te zien dat ze zo ver zijn gekomen, maar ik zeg wel: het is niet om aan te zien. Mensen willen dat niet horen, maar dat is een feit. Over dat soort dingen zal mijn voorstelling gaan, en dat vrouwen weer beter zijn in andere dingen.’
Op wie test jij je grappen?
‘Ik laat mijn vrouw Ayla veel dingen lezen. Als zij het stom vindt, dan ga ik meestal wel twijfelen. Dat komt heel vaak voor. Op alle vlakken, haha. Als ik met haar naar de winkel ga, een jasje pak en aan haar vraag wat ze ervan vindt, dan is haar antwoord negen van de tien keer: ‘Ach ja, jij moet het dragen, ik niet.’ Dat moet ik andersom eens proberen, haha!’
Lees het complete interview met cabertier Steven Brunswijk in JFK Magazine 78.
(Tekst: Fleur Baxmeijer / Fotografie: Pim Hendriksen voor JFK / Styling: Nga Ho / Assistent styling: Lilian Birahij)
Reacties