Audemars Piguet CODE 11.59 zorgt voor discussie

Audemars Piguets nieuwe CODE 11.59-lijn was hét gesprek van de afgelopen SIHH. Geschokt, afschuw of vooral jaloezie? Iedereen wilde van elkaar weten hoe ze dachten over de nieuwe AP-collectie. Wij namen polshoogte bij Audemars Piguet-ceo François-Henry Bennahmias.

Allereerst, wat is je reactie op de discussie

‘Deels te verwachten als een merk als Audemars Piguet met iets nieuws komt, maar het enige wat mij echt wat zegt zijn de meningen van mensen die het horloge zelf in handen hebben gehad. Die met eigen ogen de details hebben gezien en gevoeld. En ik steun mij altijd met de gedachte dat de Royal Oak in de seventies ook met veel shock werd ontvangen.

Waarom iets compleet nieuws als CODE 11.59?

‘Toen ik begon als ceo verkochten we jaarlijks ter waarde van een half miljard Zwitserse franken. Nu ligt dat twee keer zo hoog! Fantastisch, maar succes maakt je traag en je moet evolueren om succesvol te blijven. Daarom. En ik wil weer dat je bij AP aan meer denkt dan befaamde Royal Oak.’

Helpt het dan als je nog een familiebedrijf bent?

‘Die vrijheid kan je grote successen, maar ook nederlagen bezorgen. Het gaf mij wel de vrijheid om in 2012 40 mensen ‘op te sluiten’ om tot iets nieuws te komen. Uiteindelijk heeft het meer dan de helft van onze 1.600 medewerkers zeven jaar gekost om de CODE 11.59-missie te laten slagen. En tegenslagen waren er genoeg. Een half jaar geleden verliet onze wijzerplaatmaker ons en een jaar geleden hadden we nog problemen met de chronograaffunctie. Het was een monsterklus om dit op tijd goed te krijgen met onze standaarden, maar ik had me geen beter resultaat kunnen wensen.’

Wie koopt de nieuwe CODE 11.59

‘Met name klanten die we nu nog niet aanspreken. Jonger ook. Over een aantal jaar wil ik dat de lijn goed is voor 20 procent van onze verkopen. Het internet zal daarbij een belangrijk gereedschap zijn. Mensen zijn tegenwoordig gewend om online iets te zien en dat direct te kunnen kopen. Ik vind dat de horloge-industrie hier ook naartoe moet en mensen niet nog maanden laat wachten. Maar ik zie het internet als een onderdeel, niet als een eindstation waar we naartoe moeten. Met horloges heb je ook een fysieke band met het merk nodig.’

Je was een van de eersten die zich uitsprak over de tweedehandsmarkt. Blijft dat een belangrijke focus?

‘De tweedehandsmarkt is vooral in handen van derden zonder kwaliteitsgarantie. En als mensen de tweedehandsmarkt vijf tot tien keer groter schatten dan de nieuwe, dan moet je je daar als merk mee gaan bemoeien. We hebben al wat tests gedraaid in de VS, Zwitserland en Azië – het zal het spel van de horloge-industrie absoluut gaan veranderen.’