Dit moet je weten voor je gaat rijden op ijs

Autofabrikanten bezoeken het hoge noorden vaak om nieuwe modellen te testen. Zo ook Volvo, met wie JFK twee dagen kou, sneeuw en ijzel deed in de omgeving van het Zweedse Åre. 5 dingen die je moet weten voordat je in een auto over een bevroren meer gaat rijden.

1. Zorg voor een goede voorbereiding

In Scandinavië wordt het in de winter makkelijk -20 graden Celsius. Of nog kouder. Daar moet je auto op toegerust zijn. Dat zit al in kleine dingetjes, zoals een deurrubber dat niet vastvriest. Een verwarming die meteen doet wat ‘ie moet doen (lees: verwarmen als een malle). Stoelverwarming die ervoor zorgt dat je bevroren bovenbenen weer tot leven komen. Dit soort vereisten gelden nog eens extra als je van plan bent om over een bevroren meer te gaan crossen, zoals wij deden in de Volvo XC90 T8 en de Volvo V90 Cross Country.

2. Kijk uit voor elanden

Wist je dat wild langs de weg de nummer één oorzaak is van verkeersongelukken in Zweden? Volvo heeft daar in de V90 Cross Country iets slims op bedacht: Large Animal Detection, gebaseerd op het systeem dat mensen langs de weg opmerkt, maar dan speciaal ingesteld op beesten. Stel: het systeem ziet dat er een eland komt aanhobbelen, dan past het systeem automatisch de snelheid aan of remt de auto af. Hartstikke handig langs de weg én op het ijs, want ook elanden snijden weleens een stukje af. Ofwel: kies voor veiligheid, kies voor een auto met Large Animal Detection.

3. Safety first

Nu we het toch over veiligheid hebben: ga alleen het ijs op met een auto die geschikt is om mee op het ijs te rijden. Heb je een piepklein boodschappenkarretje? Misschien gewoon niet doen. De robuuste Volvo V90 Cross Country is een uitgelezen voorbeeld van een auto waarin je wél bestand bent tegen winterse omstandigheden. Een paar voorbeelden: hij is standaard voorzien van vierwielaandrijving, zes centimeter hoger dan z’n ‘gewone’ V90-broertje en uitgerust van beschermplaten voor ruig terrein.

4. Keep your calm

Het circuit dat Volvo speciaal voor de heren en dames autojournalisten had geprepareerd op een bevroren Zweeds meer, was a) bochtig, b) spekglad en c) besneeuwd. Zeg maar alles waar wij Nederlandse kaaskoppen niet aan gewend zijn, waardoor al snel de neiging ontstaat om krampachtig op de millimeter te gaan sturen. Tip: Doe. Dat. Niet. Kijk zo ver mogelijk voor je uit, dan heb je meestal vanzelf een rechte lijn te pakken. Stuur liever te weinig dan te veel en vooral: met beleid. Soepel, glijdend en losjes zijn op het ijs – of überhaupt op een glad wegdek – de toverwoorden.

5. Laat het gas op tijd los

Doemt er een bocht voor je op? Laat het gas van tevoren los. Zo voorkom je dat je hard moet remmen, want hard remmen = slippen. Leuk als je graag slippend door de bocht wilt – iets wat met de V90 en de XC90 prima ging, dank u – minder plezant als je je daar niet op ingesteld hebt. Raak je toch in een slip? Kijk dan níét naar de huizen/bomen/auto’s waar je niet tegenaan wilt rijden, maar focus op het punt waar je wél heen wilt. Stuur rustig en trap eerst de koppeling in, zodat je de aandrijving verbreekt. Laat daarna pas het gas los.