Al bijna dertig jaar is Jeroen Pauw vrijwel dagelijks op televisie. Van RTL, waar hij in 1989 de eerste uitzending van RTL Nieuws presenteerde, het begin van commerciële televisie in Nederland, tot de VARA waar hij onder z’n eigen naam een programma maakt. ‘Ik vind mezelf altijd heel arrogant overkomen, zo van: wat weet ‘ie het allemaal weer goed.’

Tekst: Pieter van der Wielen, fotografie: Marthe Hennink

“Toen Paul Witteman ermee ophield heb ik gezegd: ik wil wel alleen verder, maar dan niet in dezelfde frequentie waarin ik het al die jaren heb gedaan. Nu heb ik ook af en toe een lange periode vrij. Er is nu eindelijk tijd voor andere dingen, voor reflectie.”

Hoe ziet een werkdag eruit?
“Ik ga rond 3 uur ‘s nachts slapen en sta om 8 uur ‘s ochtends op. Om 11 uur is er op de redactie vergadering, een groot deel van de dag staat verder wel in het teken van werk: lezen, debatten kijken, soms lig ik een half uurtje op de bank met John Cage op en dommel even weg. Na de uitzending praten we na. Daarna drinken we nog een drankje. Rond half 2 in de nacht kom ik thuis en dan lees ik vast de krant van de volgende ochtend en maak ik notities voor de uitzending van de avond erna.”

Dat zijn flinke dagen…
“Ja en vroeger was dat het hele jaar zo, behalve een week rond kerst en een lange vrije zomer.”

Je begon al heel jong bij de omroep. Hoe ging dat?
“Ik werk er al vanaf mijn vijftiende, zestiende. Ik begon als tiener bij het radiojournaal van de AVRO. Je had toen nog een telex, een machine waar enorme rollen met nieuwsberichten uitkwamen, die moest ik afscheuren en als het belangrijk was moest ik de correspondent of verslaggever bellen en soms mocht ik zelf een berichtje typen. Als je het zo wilt noemen, dan waren dat mijn eerste schreden in de journalistiek.”

Je vader was geluidstechnicus bij de radio. Had dat ermee te maken?
“Hij heeft me als kind wel een paar keer meegenomen. Dat was makkelijker, want dan hoefde hij geen oppas te regelen en ik denk ook omdat hij trots was op zijn zoon, zijn enige zoon, zoals hij altijd zei. Dat was wel indrukwekkend, zo’n radiostudio. Zo’n enorme tafel met knoppen en daar zat mijn vader dan, een piloot heeft minder knoppen. Maar het heeft geen enkele rol gespeeld in mijn beslissing zelf voor de omroep te gaan werken, want ik vond er eerlijk gezegd niet zoveel aan.”

Uit wat voor gezin kom je?
“Een raar gezin, vind ik nog steeds, ik zal een voorbeeld geven: ik ben begonnen met roken op mijn elfde omdat mijn vader zijn krant omlaag deed en zei: ‘Jongen, steek eens een sigaret aan voor je vader?’ Vanaf dat moment rookte ik. Hij gaf me weleens de autosleutels, lang voor ik een rijbewijs had, zodat ik boodschappen kon gaan doen, en dan zei hij: ‘Doe je wel voorzichtig jongen?’ Wij kregen ook al vanaf ons twaalfde wijn bij het eten, vanuit de gedachte dat je er maar beter vast mee in aanraking kon komen.”[blendlebutton]

Werd er veel gedronken thuis?
“Ja, best veel. Als mijn moeder naar de keuken liep om iets te redden waarvan wij al roken dat het al lang niet meer te redden viel, dan schonk mijn vader snel wat jenever bij, nam een slok, schonk bij, nam weer een slok, schonk weer bij en zette de fles terug en als mijn moeder dan terug de kamer in kwam riep ze: ‘Ik zag het, Jaap, ik zag het,’ wijzend naar die fles.”

Keken je ouders naar je om?
“Mmm, nee, niet heel erg. Toen ik van school werd gestuurd, zei mijn vader alleen maar: ‘Dan kun je mooi de boot schuren.’ Ik kan niet zeggen dat ik met veel ambitie ben grootgebracht.”

En als je het gezin in sociologisch opzicht moet duiden? Welke muziekkeuze, welke televisiegids?
“De NCRV-gids, CDA en verder het orkest van Cor Bakker en alles van James Last. Op vrijdagmiddag, als mijn vader eerder klaar was met zijn werk, begon het weekend. Dan ging hij in bad, de enige keer in de week dat hij in bad ging of zelfs maar ruimhartig onder de douche, en dan kwam hij naar beneden met flink veel Old Spice op. Dan nam hij een Chesterfield, of een andere iets luxere sigaret dan de Caballero zonder filter die hij doordeweeks rookte en dan zette hij James Last op, schonk zichzelf in, en dan was het gezellig.”

“Ik ben meer van de korte verhalen dan van de korte romans.”

 

En jij wilde zo snel mogelijk wegkomen?
“Ja, ik ben op mijn zeventiende weggegaan. Ik woonde op een bootje. Op een dag, en dat is zelfs meerdere keren gebeurd, hadden mijn ouders toch besloten dat drank de duivel was, en toch iets teveel een katalysator werd in alle ruzies binnen dat in het slob geraakte huwelijk, en dat alle flessen dus het huis uit moesten. Maar dan gooiden ze al die drank niet weg, daar waren ze dan weer te calvinistisch voor, dus dan kwam mijn moeder naar mijn boot met twee tassen vol jenever, advocaat, sherry en vermouth, kortom alles wat een tiener wenst.”

Was de journalistiek voor jou ook een manier om uit dat gezin weg te komen?
“Ja, dat was het zeker. Al was het maar dat ik op die manier al op vrij jonge leeftijd, vrij makkelijk geld kon verdienen. En ik wilde maar één ding: het huis uit, en daarom was het wel handig om wat inkomen te hebben.”

Je hebt nooit gestudeerd. Vind je dat jammer?
“Nee, ik ging wel veel om met studenten dus ik maakte dat leven wel mee en ik wist toch al dat ik de journalistiek in wilde. Dan had ik naar de School voor Journalistiek gekund, maar die stond in die tijd zeker niet heel hoog aangeschreven. Het voelde als tijdverlies.”

Heb je je nog wel met je ouders verzoend voor ze doodgingen?
“Dat speelde niet zo, we hebben altijd contact gehouden, ik heb nooit met ze gebroken ofzo, we hadden elkaar gewoon niet zoveel te vertellen.”

Je was al jong succesvol als journalist.
“Ja, eind jaren zeventig kwam ik bij de Wereldomroep, daar kon ik veel doen: interviewen, presenteren. Het publiek zat ver weg in een ander werelddeel, dus als je het allemaal niet zo goed deed kreeg je het niet meteen te horen, dat was erg fijn. En toen ik een jaar of 25 was mocht ik een radioprogramma presenteren voor de VARA, Ophef en Vertier, live vanuit De Balie in Amsterdam.”

En toen kwam RTL…
“Ja, op een dag kwam ik terug na de uitzending, een beetje beschonken en stond Ruud Hendriks op mijn antwoordapparaat met de mysterieuze boodschap: ‘80, 90, 100.’ Dat bleek later het bedrag dat ik zou gaan verdienen, 80.000, 90.000 en later 100.000 gulden. Dat was toen zeker een heel mooi salaris. Ik durfde Ruud gezien mijn ietwat aangeschoten staat niet meteen terug te bellen, maar later bleek dat dat was wat hij bedoelde.”

Je speelde een rol in een historische gebeurtenis: het begin van de commerciële televisie in Nederland!
“Achteraf gezien inderdaad een historisch moment. Ik denk dat de komst van de commerciëlen in ons land op televisiegebied veel dingen versneld heeft.”

Welke dingen?
“Bij de NOS zag je mannen achter een bureau die het allemaal wel even gingen uitleggen. Bij RTL Nieuws lieten we alles zien: als er een bom ontplofte in Israël, dan stond Conny Mus daar een half uur later tussen de bomscherven, terwijl bij de NOS Eddo Rosenthal van achter zijn bureau vertelde dat er gisteren ergens een bom was ontploft. We vonden het ook leuk om daar tegenaan te schoppen.”

Je was een ander soort nieuwslezer dan de mensen gewend waren: veel krullen, cowboylaarzen, enorme Amerikaanse wagen, openhartig in interviews.
“Die cowboylaarzen heb ik nog, het haar is wat korter en dunner, maar verder ben ik geloof ik niet heel veel veranderd. En die auto, ach, dat vond ik gewoon leuk.”

Lees je de interviews die je in die tijd hebt gegeven ooit terug?
“Nee, ik vind mezelf altijd heel arrogant overkomen, zo van: wat weet ‘ie het allemaal weer goed.”

Het ging vaak over vrouwen, maar er lijkt nooit een grote liefde te zijn geweest.
“Dat zie ik anders. Ik heb meerdere grote liefdes gehad. Maar uitgaan van één liefde van je leven, vind ik getuigen van krampachtige kleinburgerlijkheid. De liefde van je leven, dat gaat meer over je leven dan over de liefde. Als jij morgen naar de andere kant van de wereld verhuist en je vrouw kan niet mee, dan zal je waarschijnlijk daar ook een liefde van je leven vinden. Als je althans een beetje de energie en de ambitie in je leven weet te houden.”

Waar lopen je relaties op stuk?
“Ik merk dat de energie en de spanning er in relaties op een gegeven ogenblik uitgaan. En daarmee wil ik echt niet zeggen dat ik nou zo leuk ben en die ander zo saai, maar vaak merk ik dat het na een paar jaar niet meer lukt om elkaar de energie te geven die het in het begin zo verkwikkend maakte en zo leuk en zo spannend.”

Ben je snel verveeld?
“Verveling is een te onaardig woord. Laat ik zeggen dat ik meer van de korte verhalen ben, dan van de lange romans.”

Je zei eerder dat je behoefte voelde aan meer reflectie. Is er in je werk nooit verveling gekomen?
“Eerlijk gezegd wel. In dit werk is het elke dag opnieuw de waan van de dag. En dat wil je zo goed mogelijk doen, dus dat betekent dat er ook bij mij toch enige opwinding optreedt als er een walvis aanspoelt. Ja! Een walvis! Dan kunnen we die bellen en dan moeten we die aan tafel hebben! Maar de houdbaarheid is toch maar heel klein. Achteraf denk je toch vaak: waar ging dit nou over?“

Jeroen-Pauw-Preview-JFK

“Ik ben begonnen met roken op mijn elfde omdat mijn vader zei: jongen, steek eens een sigaret aan voor je vader.”

 

Zou je nooit een heel uur over klimaatverandering of een echt belangrijke kwestie willen praten?
“Nee, er komen natuurlijk veel belangrijke kwesties voorbij, maar de dosering moet zo zijn dat er ook op NPO1 naar gekeken wordt, anders zou ik ook mijn programma in gevaar brengen. Jij moet er ook naar willen kijken, ik wil de mensen geen droge worteltaart voorschotelen.”

Maar je werkt keihard aan iets waarvan je betwijfelt of het er wel echt toe doet, waarom?
“Voor een groot deel doe je het toch ook voor jezelf, omdat je het leuk vindt. En je kunt de deur van de relativering in dit vak niet te ver openzetten, want als je in de journalistiek te veel gaat relativeren dan houdt het leven eigenlijk op. Aan de andere kant: als je helemaal niet relativeert, dan verlies je het zicht op de werkelijkheid en daar word je over het algemeen toch ook geen leuker mens van.”

Heeft het Trump-tijdperk iets veranderd? Zelfs de oplages van kranten stegen weer…
“Het heeft het belang van goede journalistiek wel onderstreept. Maar Donald Trump is tegelijk ook zo groot geworden door de televisie, want hij was altijd goed voor de kijkcijfers. Wat het voor mij concreet heeft veranderd is dat sinds zijn verkiezing de mailbox helemaal overstroomt van haat en ressentiment, het is nu echt gestoord geworden.”

Raakt dat je?
“Ja. Het is niet zo dat ik zielig in een hoekje wegkruip, maar leuk is het niet. Kennelijk is dit hoe de samenleving in elkaar steekt. Het is in ieder geval niet zo dat we bepaalde onderwerpen mijden vanwege al die hatende trollen op het internet.”

Het laatste seizoen met Witteman was geen leuke periode, het liep niet meer, ineens was het succes voorbij. Heeft dat iets veranderd?
“Ja, zeker. Veel scribenten vonden het nodig om ons een flinke trap na te geven. Ik vroeg me erg af waar ik dat nou aan had verdiend. Kijk, als Albert Verlinde jarenlang een roddelprogramma presenteert en ineens zelf onderwerp van een roddel wordt, dan snap ik dat er een zeker plezier heerst. Maar wat had ik al die mensen nou helemaal aangedaan? Het heeft bij mij wel tot wat meer afstand en relativering geleid.”

Twijfel je er wel eens aan hoe lang je dit werk nog wilt doen?
“Dat valt nog wel mee. Ik wil dit nog wel een tijdje doen, maar er zijn andere dingen die ik ook nog wil doen. Reizen bijvoorbeeld en dan liefst ook om iets te maken, een reportage bijvoorbeeld. Ik weet het nog niet zo precies. Maar ik ben nog lang niet aan pensioen toe, als je dat bedoelt.”[/blendlebutton]

Advertentie

Reacties

Meer

Meer van JFK

Advertentie