Rij je een benzineauto? En maak je daar wekelijks een behoorlijk aantal kilometers mee? Dan is de kans groot dat je iedere week honderd euro aftikt aan de pomp. Dat benzine duur is, wist je al. Maar wat als we je vertellen dat de prijs van olie al een tijdje daalt? Waarom merk je daar aan de pomp weinig van?
Via TopGear Nederland stuiten we op een uitzending van BNR, waarin econoom Stef de Jong van Autoriteit Consument en Markt zich buigt over de hoge benzineprijzen. Volgens De Jong liggen er drie redenen aan ten grondslag dat de benzine duur is.
Lees ook: Benzineprijs van 100 euro per liter? Duitse hoogleraar vindt het een goed plan
‘Stilzwijgende samenwerking’
Allereerst stelt De Jong dat tankstations onderling een ‘stilzwijgende samenwerking’ hebben, al benadrukt hij dat er geen sprake is van onderlinge prijsafspraken. Dat houdt in dat pomphouders elkaars prijzen nauwlettend in de gaten houden. Ergo: om met elkaar te concurreren hoeven ze niet snel dumpprijzen aan te bieden.
Daarnaast stelt de econoom dat de olieketen traag is met het doorvoeren van aanpassingen. Wanneer er minder olie beschikbaar is, is er vrijwel direct schaarste met hoge prijzen tot gevolg. Als er meer olie voorhanden is, dan moet de hele keten zich schikken en blijkbaar duurt dat even. Waardoor benzine duur blijft aan de pomp, terwijl de prijs voor een vat ruwe olie al een tijdje daalt.
Het is (een beetje) je eigen schuld dat benzine duur is
De derde reden is een opmerkelijke. Want als we De Jong goed begrijpen, is het ook een beetje onze eigen schuld dat benzine duur is. De econoom stelt dat we bij prijsstingingen wel degelijk op zoek gaan naar de beste deal, maar als de prijzen wee zakken, dan worden we minder kritisch. Doordat pompklanten niet zoeken naar de laagste literprijs, is er voor duurdere tankstations geen noodzaak om hun benzineprijs te verlagen.
Reacties